Dromenkoper

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Startopdracht

Lees de uitgedeelde tekst in stilte. Markeer de woorden die je moeilijk vindt.

Klaar? --> Lezen in leesboek/tekenen op wisbordje

Lesdoel

Je hebt een droom van €100,- getekend.

Vragen

Voordat we gaan schrijven: vragen beantwoorden over de tekst!

Wat is de titel van de tekst?

Wat voor soort tekst is dit?

1. Weettekst
2. Gedicht
3. Verhaal
4. Instructie

Wie zijn de hoofdpersonen in deze tekst?

Waar gaat deze tekst over in 1 zin? (wie/ wat/ waar/ hoe)

Hoe komt het dat de dromenkoper eerst als zwerver wordt gezien?
Kleur het antwoord roze in de tekst.

Wat zorgt ervoor dat een droom meer of minder geld waard is?
Kleur het antwoord groen in de tekst.

Gaat de hoofdpersoon van de tekst zijn dromen aan de dromenkoper verkopen?
Kleur het antwoord oranje in de tekst

Wat vind jij?

Zou jij jouw dromen verkopen aan de dromenkoper? Waarom wel/niet?

Opdracht

Gebruik voor deze opdracht het werkblad 'Dromen'.

Je ziet hier 6 dromen. Deze ga je op volgorde zetten van 'meest waard' naar 'minst waard'. 

Knip de dromen uit, en plak deze in de nieuwe volgorde hieronder op.

Zet het bedrag dat de dromenkoper betaalt voor de droom.

Kies uit: 50€, 40€, 30€, 20€, 10€, 5€.

Opdracht

Welke droom zou wel 100€ waard zijn? Teken deze op je werkblad. Het mag ook in de vorm van een stripverhaal.

Schoolwerk

Tekening/stripverhaal afmaken en inleveren volgende les.