Active classroom; Les 2:P

Presenteren.... kun je leren!
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2,3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Presenteren.... kun je leren!

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
  • Aan het einde van de les kun je vertellen hoe je een presentatie opbouwt.
  • Aan het einde van de les kun je een presentatie maken over gezondheid.

Slide 2 - Diapositive

Links voor een goede presentatie
  •  https://echtpresenteren.nl/impact/
  • https://echtpresenteren.nl/kop-romp-staart-methode/
  • https://www.youtube.com/embed/iPWj5TDMorE?feature=oembed

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Lien

Slide 6 - Lien

Ik vind presenteren spannend!
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Sondage

Opbouw presentatie

• Kop
Je introduceert je onderwerp; waar gaat je presentatie over, waarom heb je voor dit onderwerp gekozen? Vertel hoe presentatie is opgebouwd
Romp
Je geeft informatie over je onderwerp. Behandel deelonderwerpen in logische volgorde. Gebruik signaalwoorden zoals: eerst, daarna en vervolgens om verbanden te leggen.
• Staart
Je vat je presentatie kort samen, je trekt een conclusie en/of je stelt het publiek een vraag. Sluit af met iets opvallends . Vervolgens geef je het publiek de mogelijkheid om vragen te stellen. Bedank het publiek

Slide 8 - Diapositive

Voorbereiding
  • Presentatie gaat over "De gezonde mens"
  • Zoek  informatie op en selecteer je informatie.
  • Hulpmiddelen (Powerpoint/Prezi; spiekbriefje; laptop; beamer etc.)

Slide 9 - Diapositive

Tips aantrekkelijk spreken
* Maak je publiek nieuwsgierig. Open je presentatie met iets grappigs/ opvallends
* Sta rechtop. Handen niet in je zakken! Sta stevig op de grond.
* Kijk je publiek aan
* Spreek duidelijk, rustig en verstaanbaar
* Gebruik een powerpoint
* Sluit je presentatie af  met iets opvallends/ leuks (uitsmijter)

Slide 10 - Diapositive

Tips voor non-verbale communicatie
  • Wees enthousiast en betrokken (een glimlach op je gezicht doet geen kwaad).
  • Kijk je publiek regelmatig aan (maak oogcontact).
  • Ondersteun je woorden met gebaren (maar die moeten wel bij je passen).
  • Sta rechtop (ga niet ergens tegen leunen; houd je handen uit je zak; handen niet over elkaar).
  • Reageer op reacties (wacht bijvoorbeeld tot het weer stil is na gelach of onrust)

Slide 11 - Diapositive

Waarover heb je nog vragen?

Slide 12 - Carte mentale