woordenlijst hoofdstuk 05 les 3

Uitleg van nieuwe woorden 
1.  Lees het woord
2.  Lees de betekenis(sen)
3.  Lees de voorbeeldzin(nen)
4.  Bekijk de foto('s)
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Uitleg van nieuwe woorden 
1.  Lees het woord
2.  Lees de betekenis(sen)
3.  Lees de voorbeeldzin(nen)
4.  Bekijk de foto('s)

Slide 1 - Diapositive

sturen
(iets of iemand) ergens heen laten gaan.
 De school stuurt alle ouders een brief.
Ali stuurt elke maand geld naar Marokko.

Slide 2 - Diapositive

de techniek
manier waarop je iets maakt of doet
De kapper gebruikt verschillende technieken.

                                            

Slide 3 - Diapositive

de termijn
de periode
Je kunt de het cursusgeld in twee termijnen betalen.

Slide 4 - Diapositive

de uitleg
verhaal waardoor iemand iets begrijpt
De docent gaf uitleg over het meervoud.

Slide 5 - Diapositive

vechten
strijden met lichamelijk geweld
 De kinderen hebben ruzie. Ze vechten met elkaar.

Slide 6 - Diapositive

verbaasd
verwonderd door iets wat je niet had verwacht
Hij spreekt na één maand al heel goed Nederlands. Hoe kan dat? Ik ben verbaasd.

Slide 7 - Diapositive

verbeteren
beter maken
Je moet je uitspraak nog verbeteren.

Slide 8 - Diapositive

verloren
1. verslagen worden  /  2. iets kwijt raken.
 1. Mijn club heeft de wedstrijd van gisteren verloren.
2. Ik ben mijn telefoon verloren. Ik kan hem nergens vinden.
 
1                                                                 2                                                       

Slide 9 - Diapositive

verplicht
iets wat moet
Voor veel buitenlanders is inburgeren verplicht.
Het is verplicht om een mondkapje te dragen op de gang.

                                            

Slide 10 - Diapositive

volgens
woord dat staat vóór degene van wie een mening gegeven wordt
Volgens mijn docent moet je altijd je huiswerk maken.

Slide 11 - Diapositive

het voordeel <---> het nadeel
iets gunstigs of nuttigs <---> iets ongunstigs of niet nuttigs
Een voordeel van die school is dat er kleine groepen zijn.
Een nadeel van die school is dat hij ver weg ligt.

Slide 12 - Diapositive

zich inschrijven
zich aanmelden.
 Je kunt je op de website inschrijven voor de cursus.

Slide 13 - Diapositive

wegens
door
Wegens het slechte weer gaat de barbecue niet door.

Slide 14 - Diapositive

het succes
goede afloop of goed resultaat
Veel succes met je examen. Ik hoop dat het goed gaat.

Slide 15 - Diapositive

voorkomen
gebeuren / er zijn
 Op die gevaarlijke weg komen veel ongelukken voor.
Er komen steeds minder vogels in Nederland voor.

Slide 16 - Diapositive