Chapitre 2 bron A + ontkenning

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bonjour la classe! 

Au programme:

1. Vous parlez
2. On teste le vocabulaire
3. Grammaire: la négation

Buts:

1. Ik kan iets bestellen in een restaurant.
2. Ik bouw een woordenschat op bij het thema restaurant.
3. Ik kan een zin ontkennend maken

On parle français

Vous parlez en français pendant 10 minutes. 

L'un d'entre vous vient chez moi pour parler avec moi (O/V/G/)

Dit is gelukt!

Niet gelukt

Bijna gelukt

werkwoord avoir

Mezelf voorstellen

Een ander voorstellen

Cola bestellen

Rekening vragen

tellen 1-20

Nous testons votre vocabulaire.

Wat betekenen de volgende woorden? 

la glace

1. het ijsje
2. het glas
3. de beker
4. sinaasappelsap

Le café est très cher ici!

1. Het is een duur café
2. Het is een duur kopje koffie
3. Het is je lievelingscafé
4. Het is je lievelingskoffie.

Wat kun je zeggen als je hetzelfde gerecht wilt als je tafelpartner?

1. pour moi aussi le bifteck s'il vous plaît
2. et c'est donc votre erreur
3. Je voudrais l'addition s'il vous plaît
4. Monsieur, la carte s'il vous plaît

Hoe kun je zeggen dat je ergens een hekel aan hebt?

1. J'adore le fromage!
2. Ça coute cher, n'est-ce pas?
3. Tu peux venir?
4. Je détèste le poisson!

La négation (de ontkenning)

00:40

Welke van de 4 opties is een goede ontkenning?

1. Je ne mange une pomme.
2. Je ne pas mange une pomme
3. Je mange pas une pomme
4. Je ne mange pas une pomme

01:48

Ja maar ho eens even, waarom is er dan een vormpje 'ne...pas' EN OOK NOG 'n'...pas'?

1. Dat heeft te maken met de stand van de zon
2. Omdat de maan soms achter de wolken is.
3. HEE EEN HELIKOPTER!
4. Omdat je anders een klinkerbotsing hebt.

Kort samengevat

De ontkenning staat in het Frans om de persoonsvorm heen. 

Ne + persoonsvorm + pas     OF        n' + persoonsvorm + pas

De ontkenning staat ALTIJD direct om de persoonsvorm heen.

Voorbeeld:

Je mange un hamburger.             Je NE mange PAS un hamburger.

Maak de volgende zin ontkennend:
Nous parlons français.

Maak de volgende zin ontkennend:
Le Français est une langue difficile.

Schrijf een verhaaltje van 10 zinnen over dingen die je wel en niet doet. Gebruik de regelmatige werkwoorden op -er en:
Minimaal 4 keer geen ontkenning
Minimaal 4 keer een ontkenning
2 keer keuze

Sleep de lesdoelen naar het icoon dat jij het beste vindt passen. 

Nog niet

Bijna

Ik kan iets bestellen in een restaurant.

Ik kan een zin ontkennend maken

Ik bouw een woordenschat op bij het thema restaurant.