Franse Revolutie

De Franse Revolutie


1. Een oneerlijke verdeling
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

De Franse Revolutie


1. Een oneerlijke verdeling

Slide 1 - Diapositive


L'État, c'est Moi

  • De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme
  • Lodewijk XIV was een Franse koning met asolute macht. 
  • Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)
  • Lettres de cachet  
  • Mercantilisme --> eigen economie beschermen ten koste van de economie van een ander

Slide 2 - Diapositive


De Zonnekoning

  • Lodewijk XIV (1638-1715) was één van de machtigste koningen van Frankrijk. 
  • Hij werd koning toen hij 5 jaar was. Tot zijn 23e werd Frankrijk daarom bestuurd door eerste minister Mazarin.

  • Hij zorgde ervoor dat iedereen naar Lodewijk zou luisteren en dat hij de absolute macht had.
Pak je smartphone of tablet en klik op de link om het paleis van Versailles van binnen te bekijken!

Slide 3 - Diapositive


De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)

  • Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.

Slide 4 - Diapositive

De Republiek der zeven verenigde Nederlanden
Frankrijk
Staatkundig gebied (bestuur)
Economisch gebied
Sleep de elementen naar de juiste plek in de tabel
Mercantilisme
Particularisme
Absolutisme
Handels-kapitalisme

Slide 5 - Question de remorquage

Het absolutisme werkte door op verschillende terreinen. Waar hoort elk terrein bij? Sleep ze naar de juiste uitwerking van het absolutisme.
Afschaffen Edict van Nantes
Lettre de cachet
Mercantilisme
Voerde vele oorlogen om zijn macht uit te breiden

Politiek
Militair
Economisch
Religieus

Slide 6 - Question de remorquage

Standensamenleving
Absolutisme
Wetenschappelijke revolutie
mercantilisme
Alleen burgers moeten belasting betalen

Slide 7 - Question de remorquage

Verlichting
Ancien Regime
rationalisme

traditie
gelijkwaardigheid
Trias Politica 
onderzoek en experiment

standenmaatschappij

absolutisme
natuurrechten 

Slide 8 - Question de remorquage


Misoogst
1788



  • Door mislukte oogsten waren de graanprijzen (en dus ook de prijs van brood) enorm gestegen. Er ontstonden zelfs hongersnoden.

  • Ondertussen moest de 3e stand wél veel belasting betalen.

Slide 9 - Diapositive


Frankrijk gaat failliet
mei 1789


  • Feesten, paleizen, bestuur en oorlogen kosten heel veel geld, maar het geld is op. 
  • Koning Lodewijk XVI wil graag meer geld hebben, en roept daarom (voor het eerst in 175 jaar) de Staten-Generaal bij elkaar. De vergadering van de 3 standen. Ook werd aan de standen gevraagd al hun klachten op te schrijven

Slide 10 - Diapositive

Uitleg 

Slide 11 - Diapositive

De laatste keer dat de Staten-Generaal bijeen was geroepen was in 1614! geweest. Waarom werd de Staten-Generaal niet meer bijeengeroepen door de koningen?

Slide 12 - Question ouverte

Uitleg
Het hele land was in rep en roer: wie mogen er worden afgevaardigd? Wat moet er in de klachtendossiers worden beschreven? 

Belasting was nu niet het enige
discussiepunt meer. De derde 
stand eiste meer en meer vrijheden 
voor zichzelf op. Er verschenen vele 
spotprenten waarin de derde stand 
werd onderdrukt door de eerste twee. 

Slide 13 - Diapositive




  • De 3e stand hoopt dat de koning nu eindelijk eens naar hen zou luisteren: verlaging van de belasting en/of afschaffing van de privileges. 
  • Helaas: er gebeurt erg weinig. Dit komt ook omdat er per stand wordt gestemd. En de koning heeft altijd de adel en de geestelijkheid mee.

  • De leiders van de 3e stand zijn boos en teleurgesteld, en lopen weg...

Slide 14 - Diapositive

De derde stand was ontevreden omdat (= dieperliggende oorzaken F.R.): 
1. Ze vrijwel geen macht hadden. 
2. Ze als enige stand belasting moesten betalen.
3. In 1789 was er een mislukte oogst geweest; er heerste hongersnood onder de armen. 
4. Verlichtingsideeën van o.a. Rousseau, Montesquieu en Locke enorm aansloegen bij de rijkere burgerij. Bijvoorbeeld het idee dat je niet zomaar overheerst mag worden zonder toestemming (Rousseau).

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Aantekening
Ruzie over de stemprocedure. 1/3e stemmen naar de eerste stand, 1/3e stemmen naar de tweede stand en 1/3e van de stemmen naar de derde stand. 

Ancièn régime --> burgers kregen niets voor elkaar. 

 17 juni 1789: uitroepen Nationale Vergadering = begin Franse Revolutie. 

Slide 17 - Diapositive

Uitleg
Enkele edelen en geestelijken sloten zich aan bij de Nationale Vergadering
20 juni 1789: Eed op de Kaatsbaan (Nationale Vergadering zou pas weg te gaan als Frankrijk een grondwet zou hebben). 

Lodewijk XVI gaf officieel toe, maar liet soldaten Parijs omsingelen

Slide 18 - Diapositive


Eed op de kaatsbaan
juni 1789



  • De 3e stand begint zijn eigen vergadering: de Nationale Vergadering.
  • Een deel van de 1e en 2e stand sluit zich hierbij aan.
  • Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als er een nieuwe grondwet is.

Slide 19 - Diapositive


Eed op de kaatsbaan
1789



De 3e stand begint zijn eigen vergadering: de Nationale Vergadering.
Een deel van de 1e en 2e stand sluit zich hierbij aan.
Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als 
er een nieuwe grondwet is.

Slide 20 - Diapositive


'Rien'

'Niets' in het Frans.
Dat was het enige dat Lodewijk XVI 's avonds opschreef in zijn dagboek.

Lodewijk had nog wel aan een adviseur gevraagd of het een 'opstand' was.
Deze gaf aan: "Het is geen opstand, het is een revolutie."
Lodewijk begreep er niets van: "Waarom?"

Slide 21 - Diapositive

Geef een verklaring waarom dat koning Lodewijk XIV geen idee had waarom er een opstand gaande was.

Slide 22 - Question ouverte

14 juli 1789: Bestorming van de Bastille. 
= Een gevangenis en wapendepot in Parijs. Stond symbool voor de willekeurige veroordelingen van burgers onder het regime van de absolute koningen. Wordt nog vaak gevierd als begin van de Franse Revolutie, al hebben historici daar nog wel eens discussies over. 

Slide 23 - Diapositive

Fase 1: Gematigde fase (1789 - 1792)
Fase waarin het Ancien Regime van zijn macht werd ontdaan en de revolutie in het teken stond van het opstellen van een grondwet
Belangrijke gebeurtenissen:
17 juni 1789: uitroepen Nationale Vergadering 
20 juni 1789: Eed op de Kaatsbaan
14 juli 1789: Bestorming Bastille
4/5 augustus 1789: Afschaffen privileges van het Ancien Regime
20 - 26 augustus 1789: Aannemen Verklaring voor de Rechten van de Mens en Burger
3 september 1791: Grondwet werd aangenomen, hierin werd de macht van de koning beperkt.
20 april 1792: Uitbreken oorlog tegen Oostenrijk en Pruisen die in de Franse Revolutie een bedreiging zagen. 

Slide 24 - Diapositive

Grondwet 1791
Rijke mannen mogen stemmen
Macht van de koning is beperkt
Trias politica ingevoerd

Slide 25 - Diapositive

Welke groep in de Franse samenleving de grote winnaar na het invoeren van de grondwet?

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

Hoe heet dit moordwapen?
A
Frikandellesnijder
B
Sciscor Blade Blood
C
Gelatine
D
Guillotine

Slide 28 - Quiz

Wat is het voordeel van dit wapen?

Slide 29 - Question ouverte

Fase 2: Radicale fase (1792 - 1794)
Fase waarin de revolutie in het teken stond van de woede van burgers op de eerste twee standen en het koningshuis. Deze woede ging gepaard met veel geweld tegen deze groeperingen. Het wordt ook wel De Terreur genoemd omdat onder leiding van Robbespierre er vele mensen stierven. Uiteindelijk belandde Robbespierre ook onder de guillotine omdat hij te extreem was. 

Belangrijke gebeurtenissen:
21 januari 1793: Lodewijk XVI wordt onthoofd
16 oktober 1793: Marie-Antoinette wordt onthoofd
28 juli 1794: Robbespierre wordt onthoofd. 

Slide 30 - Diapositive

Einde van de Franse Revolutie
Na de Terreur die eindigde met de onthoofding van Robbespierre namen de gematigde revolutionairen de macht in de regering over. Frankrijk voerde nog altijd oorlog met het buitenland en de machtsstrijd tussen de radicale en gematigde aanhangers van de revolutie ging nog altijd door. De machtsstrijd werd enkel beëindigd toen Napoleon aan de macht kwam in 1799.  

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Begrippen uit deze les
  • absolutisme
  • standen(maatschappij)
  • Verlichting
  • burgers
  • rijke burgerij (bourgeoisie)
  • edelen
  • geestelijkheid
  • grootgrondbezitters
  • Staten-Generaal
  • revolutie

Slide 33 - Diapositive