Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Ontleden / vragen stellen
1e naamval: onderwerp (wie/wat+gezegde)
3e naamval: meewerkend voorwerp (aan/voor wie+gezegde+ow)
4e naamval: lijdend voorwerp (wie/wat+gezegde+ow)