Par 1.1_3HV_2223

Welkom!
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?
  • Introductie docent (en leerlingen)
  • Introductie v/h vak economie
  • De huisregels
  • Benodigde spullen en lessonup
  • Onze methode: opbouw, lessen, toetsen etc.
  • Uitleg paragraaf 1.1
  • Zelf aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom allemaal!
Economie 3e jaars
Meneer Van der Steege
e-mail/teams: STW@vhl.nl

Maandag, dinsdag en donderdag in Rijnsburg

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hebben we nodig?
  • Boek Pincode, economie, 7e editie 3 havo of vwo
  • Schrift (ruitjes of lijntjes)
  • Lessonup: inlogcode voor je klas
  • Pen, potlood en rekenmachine
  • opgeladen computer en oortje die op computer passen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Algemene economie
Bedrijfseconomie

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Economie helemaal nieuw? 

Niet echt! 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het boek: Opbouw
  • 4 paragraven per hoofdstuk
  • Economie in de praktijk
  • Samenvatting
  • Begrippen
  • Herhalingsopdrachten
  • Plusopdrachten
  • Rekenen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het boek: de lessen
  • In principe  1 paragraaf per les
  • Je mag opgaven maken in je schrift of via de online methode
  • Elk hoofdstuk wordt getoetst met een proefwerk 
  • Drie PO's

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan
wanneer je aan
economie denkt?

Slide 9 - Carte mentale

Geld (sparen en/of geld lenen)
Inkomen en uitgaven
Werk
Een eigen bedrijf
Omzet, kosten en winst
Beleggen
Verzekering
Een huis huren of kopen
(Internationale) handel
Al het nieuws (krant)
het buitenland
De overheid


Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk land heeft in 2020 de Europese Unie verlaten?
A
België
B
Groot Brittannië
C
Kroatië
D
Zwitserland

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de meest voorkomende bijbaan voor een 13 jarige jongen?
A
Vakkenvullen
B
Helpen op een boerderij
C
Oppassen
D
Krantenwijk

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe rond je het getal 5,49 correct af op een geheel getal?
A
5
B
5,50
C
5,5
D
6

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel korting krijg je wanneer je vier producten koopt en je slechts drie producten hoeft te betalen?
A
15%
B
20%
C
25%
D
33%

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie krijgt er het meeste zakgeld?
A
Jeroen krijgt €5 euro per week
B
Niels krijgt € 20 per maand
C
Merel krijgt € 60 per kwartaal
D
Eva krijgt € 245 per jaar

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitrekenen maand -> per jaar

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen par 1.1 
  • Je kunt uitleggen dat er verschillende soorten behoeften bestaan;
  • Je kunt de spanning uitleggen tussen behoeften en middelen;
  • Je kunt goederen en diensten van elkaar onderscheiden.
  • Je kunt alternatieve aanwendbaarheid van middelen uitleggen. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf aan de slag
  • Lees paragraaf 1.1
  • Maak opgave 3 t.m. 13 par 1.1 in je schrift 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reflectie: Zijn de lesdoelen behaald?
  • Je weet wat er wordt bedoeld met behoeften in de economie en je kunt benoemen welke soorten behoeften er bestaan.
  • Je kunt uitleggen wat schaars betekent in de economie.
  • Je weet wat het verschil is tussen goederen en diensten.
  • Je kunt uitleggen wat alternatief aanwendbaarheid inhoudt. 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions