2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging

2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging 
deel 1
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging 
deel 1

Slide 1 - Diapositive

Bespreken: Welke vlaggen herken je in de afbeelding? Wat zegt dit over de omvang van de oorlog?
1. Herhaling
2. Leervragen 4.3 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leervragen
Uitleggen hoe de Tweede Kamer werkt.
Aan het eind van de les kan je...
Uitleggen hoe de regering gevormd word. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Politiek
Het maken van keuzes en het nemen van besluiten.

Besturen van het land, een provincie of een gemeente.

De Nederlandse politiek vindt plaats in Den Haag.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Democratie
  • Democratie is een manier waarop een land, bestuurd wordt. De naam komt van de Griekse woorden: démos (volk) en kratein (regeren). 

  • In Nederland kiezen we volksvertegenwoordigers. Zij maken besluiten en wetten.

  • Die volksvertegenwoordigers vormen samen het parlement.

  • Het parlement bestaat uit Eerste kamer en de Tweede Kamer.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Staten Generaal

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Staten Generaal
Eerste Kamer
75 zetels
Tweede Kamer
150 zetels

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Staten Generaal
Eerste Kamer
75 zetels
Tweede Kamer
150 zetels
Volk

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Staten Generaal
Eerste Kamer
75 zetels
Tweede Kamer
150 zetels
Volk

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Staten Generaal
Eerste Kamer
75 zetels
Tweede Kamer
150 zetels
Volk
Provinciale Staten

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdtaken Eerste Kamer

  • Kijken of de regering het goed doet (controlerende taak)

  • Nadenken over wetten, vooral als de Tweede Kamer ze al heeft goedgekeurd.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdtaken Tweede Kamer

  • Controleren van de regering (controlerende taak)

  • Maken van wetten (wetgevende taak)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Regering
Na de verkiezingen van de Tweede Kamer werken politieke partijen samen om een regering te vormen.

De koning benoemt de ministers, en de premier leidt de regering.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is politiek?
A
Het handhaven van de orde en veiligheid.
B
Als een land een democratie is.
C
Het maken van keuzes en het nemen van besluiten.
D
Het parlement.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zie je op het plaatje?
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Athene
D
Het paleis van de koning.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een politieke partij?
A
Een groep mensen met dezelfde standpunten.
B
Een groep mensen die belangrijke beslissingen nemen.
C
Een vereniging van mensen met dezelfde hobby's.
D
Alle leden van de Eerste Kamer.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaruit bestaat het parlement in Nederland?
A
Eerste Kamer en Tweede Kamer
B
Koning en Koningin
C
Minister-President en Eerste Kamer
D
Tweede en Derde Kamer

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaruit bestaat de regering in Nederland?
A
Eerste Kamer en Tweede Kamer
B
Koning en ministers
C
Minister-President en Eerste Kamer
D
Tweede en Derde Kamer

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Kamerleden worden ook wel 'volksvertegenwoordigers' genoemd.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

4.1: oorlog in Europa
Werktijd!
Zelfstandig
KLAAR ?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: opdracht 1 t/m 5  
  • KGT: opdracht 1 t/m 7 blz 66 t/m 68

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Daarna: alvast opdracht 8 en 9 maken

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.3 De regering en de volksvertegenwoordiging 
deel 2

Slide 25 - Diapositive

Bespreken: Welke vlaggen herken je in de afbeelding? Wat zegt dit over de omvang van de oorlog?
welkom
welkom, ga rustig op je plek zitten
telefoon in de telefoontas
pak vast je boek  op tafel
deze blijft nog even dicht

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Herhaling
2. Leervragen 2.3 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling vorige les

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is politiek?
A
Het handhaven van de orde en veiligheid.
B
Als een land een democratie is.
C
Het maken van keuzes en het nemen van besluiten.
D
Het parlement.

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zie je op het plaatje?
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Athene
D
Het paleis van de koning.

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een politieke partij?
A
Een groep mensen met dezelfde standpunten.
B
Een groep mensen die belangrijke beslissingen nemen.
C
Een vereniging van mensen met dezelfde hobby's.
D
Alle leden van de Eerste Kamer.

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaruit bestaat het parlement in Nederland?
A
Eerste Kamer en Tweede Kamer
B
Koning en Koningin
C
Minister-President en Eerste Kamer
D
Tweede en Derde Kamer

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Kamerleden worden ook wel 'volksvertegenwoordigers' genoemd.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leervragen
Uitleggen hoe de regering en parlement tegenwoordig samenwerkt.
Aan het eind van de les kan je...
Beschrijven hoe burgers invloeden hebben op de landelijke politiek.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regering = koning + ministers

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

verschillende partijen
partijen in de regering = regeringspartij
partijen niet in de regering = oppositiepartij

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ministers
Maken wetsvoorstellen, uitvoeren van wetten en bepalen waar geld naartoe gaat. 

Voorbeelden:
  • Minister van Buitenlandse Zaken. 
  • Minister van Defensie. 
  • Minister van Onderwijs.  
  • Minister van Financiën


Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kabinet
Als er een nieuwe regering is gevormd, dan wordt het kabinet gevormd. 

Het kabinet bestaat uit de minister-president, ministers en staatssecretarissen. 

We hebben nu kabinet Schoof I in Nederland:  PVV, VVD, NSC en BBB 

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie zitten er allemaal in het kabinet?

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Invloed van burgers
Elke vier jaar verkiezingen, maar ook andere manieren:

1. Burgers kunnen demonstreren
2. Actiegroep oproepen
3. Burgers kunnen handtekeningen inzamelen
-> Burgerinitiatief

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het kabinet bestaat uit..
A
Eerst en Tweede Kamer
B
Koning en Ministers
C
minister-president, ministers & staatssecretarissen
D
Koning en minister-president

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het parlement is onze volksvertegenwoordiging. Hoe wordt het parlement gekozen?
A
Door de burgemeester.
B
Door de Koning.
C
Door de burgers.
D
Door de minister-president.

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een staatssecretaris?
A
Een soort onderminister.
B
Een minister met een eigen team van ambtenaren.
C
Een lid van de Tweede Kamer.
D
De leider van het kabinet.

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hieronder staan voorbeelden van ministeries. Welke ministerie doet wat? Sleep de blauwe hokjes naar de goede rode hokjes. 
Ministeries
Taken
Onderwijs
Buitenlandse Zaken
Financiën
Veiligheid en Justitie

Anti-pest programma is verplicht op scholen

Belastingen verhogen

De politie mag een wapen dragen

Overleg met de Spaanse president

Slide 47 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

4.1: oorlog in Europa
Werktijd!
Zelfstandig
KLAAR ?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: 6 t/m 12 blz 62 t/m 64 
  • KGT: opdracht 8 t/m 14 blz 69 t/m 71 
Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Daarna: 

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions