E5

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

  Examentraining 5

Ich kann 

besser mit  Signalwörtern 

arbeiten

Ich kann die Schritte, 

um Fragen zu beantworten, 

erläutern 

Wat betekent 'nur' in het Duits?

1. altijd
2. samen
3. uitsluitend
4. alleen

Welk Nederlands woord past bij 'sondern' in het Duits?

1. maar
2. en
3. echter
4. of

Welk signaalwoord gebruik je om een doel-gevolgrelatie aan te geven?

1. wenn
2. damit
3. obwohl
4. weil

Welke andere signaalwoorden geven ook een doel-gevolgrelatie aan?

1. um zu
2. so dass
3. nachdem
4. auf einmal

Hoe kun je 'jedenfalls' het beste vertalen in deze zin: 'Ich gehe jedenfalls nicht dorthin.'?

1. in elk geval
2. altijd
3. nooit
4. soms

Lees de tekst en markeer de signaalwoorden

 Categoriseer de signaalwoorden op basis van hun functie. Gebruik de volgende categorieën:

Opsomming/Toevoeging: (woorden die iets toevoegen aan wat eerder is gezegd)

Tegenstelling/Contrast: (woorden die een tegenstelling of verschil aangeven)

Oorzaak/Gevolg: (woorden die een reden of resultaat aangeven)

Voorbeeld/Illustratie: (woorden die een voorbeeld geven)

Samenvatting/Conclusie: (woorden die een samenvatting of conclusie inleiden)

Beperking/Toegeving: (woorden die een beperking of toegeving aangeven) 

 Kies twee signaalwoorden uit de tekst en leg in je eigen woorden uit hoe deze de betekenis van de zin(nen) waarin ze staan beïnvloeden.

Vul de zinnen op jouw blaadje aan met een passend (Duits) signaalwoord uit de tekst 

Antworten

Opsomming/Toevoeging: einerseits, andererseits, darüber hinaus

Tegenstelling/Contrast: obwohl, dennoch

Oorzaak/Gevolg: Ein Grund dafür ist, deshalb

Voorbeeld/Illustratie: zum Beispiel

Samenvatting/Conclusie: zusammenfassend lässt sich sagen

Beperking/Toegeving: obwohl, statt

Veel mensen weten dat bewegen gezond is, dennoch lukt het hen niet altijd om dit te doen.

Regelmatige beweging is goed voor het hart; darüber hinaus verbetert het ook de slaap.

Je kunt vaker de fiets pakken statt de auto.  

Denken-delen-uitwisselen

• Maak groepjes van 4 (2x2)
• Iedereen maakt de vragen met hulp van de stappenplan
• Vergelijk jouw antwoorden met jouw partner en kom tot een antwoord. Schrijf dat antwoord op een extra-blaadje
• Bespreek jullie antwoord met het andere duo
• Als jullie niet eens kunnen worden markeer de vraag om klassikaal te bespreken

https://tallandcollege-my.sharepoint.com/:f:/g/personal/206554_talland_nl/El0KDJeew69BkndLnO9cp3IB6SeWDfviT6XSnCAgHfqr6g?e=KAkdH6

Placemat Open vragen

• Maak individueel de open vragen
• Bespreek de vragen in de groep
• Noteer het beste antwoord op het uitgedeelde blaadje
• Geef het blad aan een andere groep
• Verbeter eventueel de antwoord van de andere groep
• Lastige vraag? klassikaal

Wieviele 

Signalwörter 

kannst 

du behalten?

also

sogar 

anscheinend

zuerst 

jedoch

dennoch

nicht einmal 

tatsächlich  

vielleicht 

ebenfalls 

danach  

indem  

während 

obwohl

Probeer om van deze signaalwoorden zoveel mogelijk te onthouden.

Schreib die Wörter auf , die du behalten hast

Achte auch auf Rechtschreibung (spelling)

Vergleiche deine Liste mit der deines Nachbarn

Verbesser, wo nötig

Hoeveel woorden?

betekenis? Waarom deze wel en andere niet?

also

sogar 

anscheinend

zuerst 

jedoch

dennoch

nicht einmal 

tatsächlich  

vielleicht 

ebenfalls 

danach  

indem  

während 

obwohl

Hoe sta je nu voor de centrale examens?

Ik moet nog een beetje oefenen maar ben goed voorbereid

Ik ken de vraagtypes maar moet nog veel oefenen

Ik snap de vraagtypes niet allemaal

Ik weet helemaal niet hoe ik de vragen moet beantwoorden

Afsluiting