Herhaling H6 online
1 / 14
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Leg uit wat het verschil is tussen een abstracte markt en een concrete markt.
Slide 2 - Question ouverte
In de grafiek in de bron staan de vraag- en aanbodlijnen naar kisten kabeljauw op een bepaalde dag op een visveiling.
Welke lijn is de vraaglijn? Verklaar je antwoord.
Welke lijn is de vraaglijn? Verklaar je antwoord.
Slide 3 - Question ouverte
Welke bewering is juist? Welke bewering is juist of onjuist?
I. Er is sprake van een positief verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid.
II. De betalingsbereidheid is de minimale prijs die aanbieders voor hun product vragen.
I. Er is sprake van een positief verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid.
II. De betalingsbereidheid is de minimale prijs die aanbieders voor hun product vragen.
A
Beide beweringen zijn juist.
B
Beide beweringen zijn onjuist.
C
Bewering I is juist en bewering II is onjuist.
D
Bewering I is onjuist en bewering II is juist.
Slide 4 - Quiz
Welke bewering is juist of onjuist?
I. Door verhoging van de benzineprijzen zal de aanbodlijn van dure auto’s naar links verschuiven.
II. Door de strenge winter zal de vraag naar energie naar rechts verschuiven.
I. Door verhoging van de benzineprijzen zal de aanbodlijn van dure auto’s naar links verschuiven.
II. Door de strenge winter zal de vraag naar energie naar rechts verschuiven.
A
Beide beweringen zijn juist.
B
Beide beweringen zijn onjuist.
C
Bewering I is juist en bewering II is onjuist.
D
Bewering I is onjuist en bewering II is juist.
Slide 5 - Quiz
Qa= 20P-200
Qv=-20P+600
Bereken de prijs en het aanbod in de evenwichtssituatie.
Qv=-20P+600
Bereken de prijs en het aanbod in de evenwichtssituatie.
A
P=10
Qa= 0
B
P=20
Qa=0
C
P=20
Qa=200
D
P=10
Qa=200
Slide 6 - Quiz
"Als het aantal werklozen even groot is als het aantal vacatures kan de hele beroepsbevolking aan het werk komen en is de werkloosheid verdwenen. Klopt dat? Leg uit!
Slide 7 - Question ouverte
De mensen horen niet bij de beroepsbevolking.
A
Inwoners tussen de 15 en de pensioengerechtigde leeftijd.
B
Inwoners die werkloos zijn
C
Inwoners ouder dan 70
D
Zelfstandig ondernemers
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Hoe blijkt dat de werkgelegenheid is toegenomen?(zie bron 6.17)
Slide 10 - Question ouverte
Hoeveel mensen zijn van baan verandert?
Slide 11 - Question ouverte
Bereken de werkgelegenheid in de goederensector aan het einde van het jaar (zie bron 6.17)
