Chapitre 6, cours 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

Chapitre 6: En route...

les buts du cours

• Ik kan een gesprek over een vakantiebestemming begrijpen
• Ik herhaal de luister strategieën 
• Ik weet in welke landen (wereldwijd) Frans gesproken wordt
• Ik (her)ken woorden die te maken hebben met vakantie

In welke landen wordt Frans gesproken?

Fais maintenant ex. 3 de l'introduction

> hulp? in tweetallen

> hoe? Noteer de antwoorden in je werkboek

> tijd? 3 min.

> Uitkomst: klassikaal bespreken

> eerder klaar, bestudeer alvast de woordjes van voc. A

Regarde maintenant le poster 

Welke woorden (her)ken je al?

> bespreek het in duo's!

> onderstreep of markeer die woorden!

Waar let ik op tijdens een luisterfragment?

WIE is er aan het woord? man, vrouw, kind?

WAAR speelt het zich af? Op het strand, school, winkel?

WAT gebeurt er? een reservering, diefstal?

WANNEER speelt het zich af?

Au travail!

1. en classe > écouter ex. 5

2. faire en groupes > ex. 6 + 7

3. individuelement > verplicht leren op WRTS > 8 minuten

4. Afsluiten op woordkennis

Vertaal: à la plage

1. naar de wc
2. naar de zee
3. naar het strand

Vertaal: tout de suite

1. onmiddelijk
2. een kamer
3. zo meteen

Vertaal: partir

1. parkeren
2. vertrekken
3. autorijden

Vertaal: en ville

1. naar de stad
2. naar het dorp
3. op vakantie

Noem 5 Franse woorden uit deze
les die je het best onthouden hebt

à la prochaine fois!