Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Welkom in de les
Leg je telefoon in de bak
Boek en laptop dicht op tafel
(en een pen is ook handig😉)
Slide 1 - Diapositive
planning voor vandaag
Herhaling uitleg 5.1
Uitleg genetische variatie
Check leerdoelen
Slide 2 - Diapositive
Genen en hun variaties
(20 minuten) Biologie huiswerkoverhoring
(5 minuten) Herhaling 5.1
(10 minuten) Uitleg lesstof genen
(30 minuten) Werkvorm eigen DNA code maken
(5 minuten) Check leerdoelen
(30 minuten) Maken huiswerk
Slide 3 - Diapositive
Chromosomen
Chromosomen bestaan vooral uit DNA
DNA is de blauwdruk voor je uiterlijk: het bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen.
Hier staat in wat voor oogkleur, huidskleur, haarkleur je hebt
Slide 4 - Diapositive
Genotype, fenotype en milieu
Genotype: geheel aan erfelijke eigenschappen. Vastgelegd in het DNA.
Omgeving waarin het individu opgroeit: milieu
Fenotype: verschijningsvorm: hangt af van de interactie tussen genotype en milieu
Flamingo's: gen codeert voor witte veren, hun genotype is wit. Omdat ze kleurstoffen eten (carotenoïden) die naar hun veren en poten gaan zijn ze roze van kleur. Hun fenotype is roze.
Slide 5 - Diapositive
Samenvattend
Het genotype waarmee je wordt geboren verandert niet!
Je fenotype kan wel veranderen.
Hetzelfde genotype, verschillend fenotype
Hetzelfde genotype, verschillend fenotype
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
leerdoelen van deze les
Je kunt beschrijven dat iedere eigenschap een eigen DNA code heeft. Je kunt omschrijven dat er variatie in genotypen zijn
Je kunt beschrijven waarom je met dezelfde genotypen verschillende fenotypen kunt hebben en waarom je met dezelfde fenotypen andere genotypen kunt hebben
Slide 8 - Diapositive
Voorkennis
Wat weet je eigenlijk al over DNA en genen?
Slide 9 - Diapositive
Twee meisjes hebben van nature blond haar, is hun genotype hetzelfde?
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quiz
We hebben het over genotype en fenotype. Wat wordt bedoeld met het fenotype?
A
De erfelijke informatie op je chromosomen
B
Hoe je eruit ziet
Slide 11 - Quiz
Wat is Fenotype
A
Eigenschappen opgeslagen in je genen
B
Iets met chromosomen
C
Alle zichtbare eigenschappen van een organisme
D
Dat kan nooit veranderen
Slide 12 - Quiz
Wat is waar over fenotype en DNA?
A
Verschillende fenotypen hebben verschillende DNA-codes
B
Alle fenotypen hebben dezelfde DNA-code
C
Het fenotype heeft niks te maken met DNA-codes
Slide 13 - Quiz
DNA
Je lichaam bestaat uit lichaamscellen
In elk van je lichaamscellen zit een celkern
In de celkern zitten lange dunne draden: Chromosomen
Slide 14 - Diapositive
Chromosomen
Als we de wirwar uit elkaar halen, houden we 46 chromosomen over
twee aan twee zijn ze gelijk:
Er zijn dus 23 paren (23x2)
Slide 15 - Diapositive
Genen
Een mens heeft duizenden erfelijke eigenschappen
Een gen is een deel van een chromosoom wat één erfelijke eigenschap maakt
Slide 16 - Diapositive
Genen
Genen staan aan of uit
Genen hebben ook paren
Als ze aan staan, maken ze eiwitten aan die voor iets zorgen.
Voorbeeld: oog, en volgende slide
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Variatie in genotype
Slide 20 - Diapositive
Variatie in genotypen
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
oefenen met de genen
A = groen
G= rood
C =blauw
T = geel
Slide 23 - Diapositive
oefenen met de genen
A = groen T =
G= rood C =
C =blauw G =
T = geel A =
Slide 24 - Diapositive
Aan het werk
Maak de opdrachten op de werkbladen
stap 1: Bekijk wat jouw unieke code is
stap 2: Maak de lange DNA keten
stap 3: Vergelijk je DNA keten met je groepsgenoten
Helemaal klaar? Laat het checken bij je docent.
Maak daarna basisstof 5.3
timer
20:00
Slide 25 - Diapositive
leerdoelen check
Je kunt beschrijven dat iedere eigenschap een eigen DNA code heeft. Je kunt omschrijven dat er variatie in genotypen zijn
Slide 26 - Diapositive
leerdoelen check
Slide 27 - Diapositive
Twee meisjes hebben van nature blond haar, is hun genotype hetzelfde?
A
ja
B
nee
Slide 28 - Quiz
We hebben het over genotype en fenotype. Wat wordt bedoeld met het fenotype?
A
De erfelijke informatie op je chromosomen
B
Hoe je eruit ziet
Slide 29 - Quiz
Wat is Fenotype
A
Eigenschappen opgeslagen in je genen
B
Iets met chromosomen
C
Alle zichtbare eigenschappen van een organisme
D
Dat kan nooit veranderen
Slide 30 - Quiz
Wat is waar over fenotype en DNA?
A
Verschillende fenotypen hebben verschillende DNA-codes