Commercieel kennistest 09-04-20

• Dienstverlening en Producten
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Verkoop

01-03-2022

Goedemiddag!

Welkom bij het keuzevak Commercieel.

Boek "werken in de verkoop" op tafel leggen

Telefoon in tas of telefoon tas

Wat gaan we doen?

- Kennistest/oefentoets 

Resterende tijd: Met je achterstand bezig (als je die hebt)

Doelen

- Je vult de kennistest zorgvuldig in.

- Je weet aan welke onderdelen je nog moet werken voor dit vak.

- Je gaat bezig met je achterstand (als die er is) in de resterende tijd. 

Een ander woord voor derving is?

1. Verlies
2. Handel
3. Verkoop
4. Geen idee

Als een klant de winkel binnenkomt dan.........?

1. Zeg ik niets
2. Begroet ik de klant
3. Kijk ik boos

Wat is een fulltime medewerker?

1. Werkt enkele uren en/of dagen
2. Werkt volledig (vanaf 38 u per week)

Op de drukke momenten in een winkel heb je een .....?

1. Verkooppiek
2. Piekbezetting
3. Overbezetting

De mate waarin
promotiemateriaal de aandacht trekt van de klant noem je?

1. Stopkracht
2. Attentiewaarde

Je hebt verschillende onderdelen binnen de winkelpresentatie, wat is een voorbeeld van winkelexterieur?

1. Winkelpui
2. Etalage
3. Schappen in de winkel
4. Winkelentree

Door de inrichting van de ........... moet je kunnen zien wat in de winkel te koop is. Deze
hele presentatie moet mensen enthousiast en nieuwsgierig maken.

1. Winkelpui
2. Winkel
3. Etalage

Bij het tekenen van de routing houd je rekening met wat je klanten willen, zoals:

1. Brede gangpaden, rechts verkoopt sneller, verlichte artikelpresentatie
2. Brede gangpaden, logische route, donkere artikelpresentatie
3. Smalle gangpaden, veel aanbiedingen en kleuren

Bij een artikelpresentatie houd je rekening met wat een klant wil of verwacht. Wat verwacht de klant
bijvoorbeeld bij artikelpresentatie? (noem 2 dingen)

Waarom mag je geen goederen voor een nooduitgang zetten in de winkel of in het magazijn?

1. De vluchtweg moet vrij blijven zodat je deze kan gebruiken als dat nodig is.
2. Je mag daar wel goederen voor zetten.

Een ......................... is een op papier gemaakte indeling
van een schap of stelling met artikelen.

1. stappenplan
2. indeling
3. schappenplan

Wat doe je als je het schap gaat "spiegelen"?

Wat versta je onder het woord "inspringmoment"?

1. Als je gaat springen als er een klant in de winkel komt
2. Het moment waarop je naar de klant afstapt als je ziet dat die hulp nodig heeft.

Op wat voor manieren kan je zorgen dat de "trouwe klanten" blijven?

Is dit woord of beeldmerk?

1. Beeldmerk
2. Woordmerk
3. Beeld en woordmerk

Wat doe je als een klant met een klacht in de winkel komt??

Wat betekend Fifo?

1. First in First out
2. First out First in

Wanneer wordt de "Lifo" manier van vullen gebruikt?

1. Als de producten snel verkocht moeten worden
2. Als de artikelen onbeperkt houdbaar zijn
3. Als de producten die ouder zijn eerst verkocht moeten worden

Artikelen moeten goed opvallen en de aandacht van de klant trekken. Daarvoor
gebruik je hulpmiddelen, zoals ?

Wanneer je op een bepaald moment van de dag veel personeel nodig hebt, noem je dit een .........

1. Verkoopplek
2. Piekbezetting
3. Overbezetting

Hoe heet het als er teveel personeel aanwezig is?

1. Verkoopplek
2. Piekbezetting
3. Overbezetting
4. Onderbezetting

Noem een voorbeeld van een bedrijfsnorm of huisregel op je stage.

Bij ........................ heb je te weinig personeel in de winkel. Dit leidt tot wachtende of zelfs weglopende klanten.

1. Piekbezetting
2. Overbezetting
3. Onderbezetting

Regels, gedragingen en gebruiken die je door de jaren heen hebt aangeleerd noem je?

1. Normen
2. Waarden
3. Gewoonten

........................ zijn door de jaren heen gegroeid tot regels waaraan iedereen zich moeten houden!

1. Normen en Waarden
2. Gewoonten

Een winkel moet er schoon uitzien. In een vieze winkel komen steeds minder klanten. De hygiëne in de winkel kun je in drie groepen verdelen:

de persoonlijke hygiëne van het personeel, de hygiëne bij de bedieningsafdeling en de winkelverzorging. Noem een voorbeeld van persoonlijke hygiëne?

Regels die bepalen hoe je met anderen omgaat zijn?

1. Omgangsregels
2. Normen en Waarden

Het uitwisselen van boodschappen tussen een zender en een ontvanger is?

1. Communiceren
2. Correct reageren

Aan de slag!

Heb je nog niet alles ingeleverd: Lever achterstand in. 

Helemaal klaar, en loop je helemaal bij? Dan ben je klaar voor vandaag.