De grens tussen het Oostblok en West-Europa was een streng beveiligde grens met prikkeldraad, mijnenvelden en wachttorens. De grens liep dwars door Europa en heette het IJzeren Gordijn. Burgers in het Oostblok leefden niet in vrijheid. Zij werden door de geheime politie scherp in de gaten gehouden. Soms verzetten zij zich hiertegen. Eerst was er een opstand in Hongarije en later in Tsjechoslowakije. In Nederland was er weinig informatie over het leven aan de andere kant van het IJzeren Gordijn. er waren veel landen waar je niet zomaar voor een vakantie naartoe kon.