aardrijkskunde 3.1

aardrijkskunde
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

aardrijkskunde

Slide 1 - Diapositive

3.1 klimaten wereldwijd
  1. leerdoelen
  2. herhaling van de informatie
  3. vragen 

Slide 2 - Diapositive

herhaling van de informatie

Slide 3 - Diapositive

leerdoelen

  • je weet welke klimaten op aarde voorkomen.
  • je begrijpt welke invloed breedteligging heeft op klimaten
  • je kunt uitleggen waarom de begroeiing tussen de verschillende klimaten verschillend is.  

Slide 4 - Diapositive

tropisch regenwoud klimaat 
  • dicht bij de evenaar komt het tropisch regenwoudklimaat voor.
  • het is hier koud
  • het regent iedere dag
  • geen seizoenen 

Slide 5 - Diapositive

savanneklimaat
  • ten noorden en ten zuiden van het tropisch regenwoud klimaat ligt het savanneklimaat
  • het regent genoeg
  • er is veel groen
  • er zijn voldoende bomen

Slide 6 - Diapositive

steppeklimaat
  • na het savanneklimaat komt het steppeklimaat
  • er wonen weinig mensen 
  • de mensen die er wonen leven als nomaden

Slide 7 - Diapositive

woestijnklimaat
  • hoe verder je gaat hoe droger het wordt
  • hier vind je allen zand
  • soms rotswoestijnen 

Slide 8 - Diapositive

lage breedte
  • de klimaten op lage breedtezijn voorspelbaar
  • het is het hele jaar ongeveer even warm
  • de hoeveelheid regen verschilt  

Slide 9 - Diapositive

landklimaat
  • in de zomer is het warm
  • in de winter koud
  • het sneeuw blijft meestal lang ligging 

Slide 10 - Diapositive

poolklimaat
  • het is bevroren 

Slide 11 - Diapositive

hooggebergteklimaat
  • hooggebergte is als het het hele jaar temperaturen onder 0 heeft
  • als het boven de 1500 meter ligt 

Slide 12 - Diapositive

toendraklimaat
  • er zijn bomen
  • de grond is lang bevroren 

Slide 13 - Diapositive

gematigd zeeklimaat
  • is het zelfde als landklimaat, alleen de verschillen tussen zomer en winter zijn minder groot 

Slide 14 - Diapositive

hoge breedte
  • alle klimaten op hoge breedte hebben een zomer en winter
  • het verschil tussen de klimaten zit vooral in de temperatuur en de lengte van het groeiseizoen 

Slide 15 - Diapositive

wat is het verschil tussen weer en klimaat? leg de betekenis uit van beide bergippen.

Slide 16 - Question ouverte

met wat heeft het weer te maken?
en wat betekent het?

Slide 17 - Carte mentale

hoe dichter je naar de evenaar gaat, hoe.......... het wordt.
wat moet op de puntjes?
A
kouder
B
warmer
C
droger
D
natter

Slide 18 - Quiz

welk klimaat vind je dicht bij de evenaar?
A
woestijnklimaat
B
savanneklimaat
C
tropisch regenwoudklimaat
D
steppeklimaat

Slide 19 - Quiz

wat zijn de kenmerken van het tropisch regenwoudklimaat?

Slide 20 - Question ouverte

voor wat is dit klimaat ideaal?
A
alles wat groeit en bloeit
B
gewoon alles
C
mensen
D
planten, mensen en dieren

Slide 21 - Quiz

komen er seizoenen voor?
A
nee
B
ja
C
ja, alleen lente en herfst
D
ja, alleen zomer en winter

Slide 22 - Quiz

welk klimaat zit ten noorden en ten zuiden van het tropisch regenwoudklimaat?

Slide 23 - Carte mentale

wat zijn de kenmerken van het savanneklimaat?

Slide 24 - Question ouverte

welk klimaat is er als je nog verder van de evenaar af gaat?

Slide 25 - Carte mentale

wat zijn de kenmerken van het steppeklimaat?

Slide 26 - Question ouverte

welk klimaat kom je tegen als je nog verder gaat van de evenaar?
A
steppeklimaat
B
landklimaat
C
woestijnklimaat
D
pool klimaat

Slide 27 - Quiz

wat zijn de kenmerken van het woestijnklimaat?

Slide 28 - Carte mentale

is dit lage breedte of hoge breedte?

Slide 29 - Diapositive

was die grafiek hoge of lage breedte
A
hoge breedte
B
lage breedte

Slide 30 - Quiz

hoe zag je dat?

Slide 31 - Carte mentale

wat zijn de kenmerken van het landklimaat

Slide 32 - Carte mentale

komt dit klimaat ergens speciaal op aarde voor? ( behalve op hoge breedte)
A
ja
B
nee

Slide 33 - Quiz

hoe dichter je bij de pool komt hoe...... het wordt. Wat moet op de puntjes?
A
kouder
B
warmer
C
droger
D
natter

Slide 34 - Quiz

wat zijn de kenmerken van het toendraklimaat?

Slide 35 - Question ouverte

hoe heet het klimaat dat nog kouder is dan het toendraklimaat?

Slide 36 - Carte mentale

wat is een ander woord voor poolklimaat? en wat zijn de kenmerken hiervan?

Slide 37 - Question ouverte

wat zijn de kenmerken van een gematigd zeeklimaat?

Slide 38 - Carte mentale

welke seizoenen zijn er op hoge breedte?
A
zomer
B
lente
C
herfst
D
winter

Slide 39 - Quiz

wat is het verschil tussen de klimaten op hoge breedte?

Slide 40 - Question ouverte

de leerdoelen

Slide 41 - Diapositive

welke klimaten komen allemaal voor op aarde?

Slide 42 - Carte mentale

wat is de invloed op breedteligging?

Slide 43 - Question ouverte

waarom is de begroeiing in sommige klimaten anders?

Slide 44 - Carte mentale

einde van 3.1

Slide 45 - Diapositive