2.2 deel 2 - Veerkracht

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

De leerdoelen

Leerdoelen

2.2.1 Ik kan de symbolen van verschillende krachten benoemen

2.2.2 Ik kan de veerconstante van een veer bepalen

Lesdoel

Na deze les kan je de veerconstante van een veer bepalen. Je kunt rekenen met de formule F_v = C x u en je kent de symbolen van verschillende krachten.

Terugblik

Je drukt de pen in.
Welke kracht wordt aangeduid

met de gele vector?

a.  F_span

b. F_v

c. F_spier

d. F_z

Nieuwe stof

Een veer kan een kracht uitoefenen: veerkracht

Hoe verder je een veer uitrekt, 

hoe groter deze kracht wordt.

Heb je een grote kracht nodig om een veer uit te rekken? Dan is de veer stug.

Het je een kleine kracht nodig om een veer uit te rekken? Dan is de veer slap.

De veerconstante

F_v Hangt af van de stugheid en de uitrekking van een veer.

F_v = veerkracht (N)

C = veerconstante (N/cm)

u = uitrekking (cm)

Hoe stugger de veer, hoe .... de veerconstante

F_v = C x u

Welke kracht werkt de veerkracht hier tegen?

Oefenen

1, 2 en 4 t/m 6

(Klaar? Test jezelf 2.2)

Ik kan werken met de formule Fv = C x u

😒🙁😐🙂😃

Ik ken de symbolen voor verschillende krachten

😒🙁😐🙂😃

Ik kan uitleggen hoe je de veerconstante zou kunnen bepalen

😒🙁😐🙂😃

Ik kan krachten (op schaal) weergeven als vector

😒🙁😐🙂😃

Ik ga een dikke voldoende halen voor de toets over 2.1 en 2.2

😒🙁😐🙂😃