Week 4 1T1 woe 2601

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Lees in je leesboek. 

  Lesplan

                       - Huiswerk bespreken

            

                                         

                                                - Opdracht bij jouw gekozen tekst

                           

                                                       - Nieuw huiswerk : 

                                                                                    

                                                         

 

        Spellingquiz H2

Spellingquiz H2
Welke overtreffende trap van chic is juist?

1. Chicer
2. Sjieker
3. Chiquer
4. Chieker

Spellingquiz H2
Wat is de juiste spelling in het meervoud van:
café

1. cafees
2. cafeeen
3. cafés
4. café's

Spellingquiz H2
Wat is de juiste spelling van het meervoud:
kopie

1. kopiën
2. kopies
3. kopieën

Spellingquiz H2
Wat is de juiste spelling in het meervoud van het woord:
bureau

1. bureau's
2. bureauën
3. bureaus
4. buroos

Spellingquiz H2
Welk meervoud van havik is correct?

1. Havikken
2. Haviken

Spellingquiz H2
Wat is de juiste spelling in het meervoud van:
bacterie

1. bacteriën
2. bacterieën
3. bacteries
4. bacteris

Spellingquiz H2
Wat is de juiste spelling in het meervoud van het woord:
technicus

1. technicussen
2. technici
3. technicusje
4. technicusen

Spellingquiz H2
Wat is de juiste spelling van het meervoud van:
academie

1. academiën
2. academies
3. academieën

Spellingquiz H2
Welke meervouden van het woord
dosis zijn juist?

1. doses
2. dosessen
3. dosissen
4. dosisen

Spellingquiz H2
Meervouden op -en
Wat is de juiste spelling?

1. industriën
2. industrieën

Huiswerk nakijken

De antwoorden van de opdrachten van de paragraaf Lezen H3 zijn op Teams te vinden bij:

1T1 - ne -2122

Bestanden - lesmateriaal - antwoorden paragraaf lezen H3

Kijk nu je antwoorden na met een andere kleur en verbeter als dit nodig is. 

Vragen over het huiswerk kan je stellen via de chat.  

Na het nakijken: 

Onderstreep wat leuke, grappige, opvallende, bij elkaar passende of gewoon willekeurige woorden in de tekst. 

Probeer deze woorden eens om te zetten in zinnen die op elkaar rijmen ( mag in tweetallen )

Wie leest zijn of haar gedicht zo voor? 

Kijken en luisteren

Huiswerk

Voor maandag 31 januari

- Maak de volgende opdracht in je schrift: 

Goal! blz 107

Als je een doelpunt maakt, roep je dan goal of doelpunt? En zou je eerder penalty of strafschop zeggen? En sla je bij tennis of volleybal weleens een ace? We gebruiken vaak woorden uit een andere taal. Dat noemen we leenwoorden.

Schrijf nog vijf leenwoorden op die je gebruikt bij sport. Dit doe je in je schrift. Vul van elk woord de betekenis of de omschrijving in. 

+ 

Maak startopdracht van de paragraaf Woordenschat H3 + opdr. 1 en 2 ( vraag 1 en 2 ) en 3 op blz 88/89

Leenwoorden

Goal!

Als je een doelpunt maakt, roep je dan goal of doelpunt? En zou je eerder penalty of strafschop zeggen? En sla je bij tennis of volleybal weleens een ace? We gebruiken vaak woorden uit een andere taal. Dat noemen we leenwoorden.

Schrijf nog vijf leenwoorden op die je gebruikt bij sport. Dit doe je in je schrift. Vul van elk woord de betekenis of de omschrijving in.