2.2 Tabel, formule en grafiek

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Programma

Inloop         Mobiel in mobielzak 
                      Jassen op de kapstok / Inloggen in Lesson UP
Programma
Inloop

Instructie

Inoefenen 

Zelfstandig werk

Opruimen
Mobiel in mobielzak
Jassen op de kapstok
Inloggen in Lesson Up



Grafieken 
Formules
Oefeningen maken in Lesson Up
Maken paragraaf 2.2 (laptop of boek)

Slide 2 - Diapositive

Doelen van deze les:

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

aantal kopieën = 1500 + 750 × tijd in uren

Slide 5 - Diapositive

hoogte in meters = 20 - 4 × tijd in uren

Slide 6 - Diapositive

Een lineaire grafiek is een:
A
kromme lijn
B
rechte lijn
C
vloeiende kromme lijn
D
horizontale lijn

Slide 7 - Quiz

Waar zie je een lineaire grafiek?

A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

Dit is een lineaire grafiek
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Is dit een lineaire grafiek?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

Is dit een lineaire grafiek?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

+4
Toename hetzelfde?
Lineaire grafiek?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

26 - 4x0 = 26
26 - 4x1 = 22
26 - 4x2 = 18
26 - 4x3 = 14
26 - 4x4 = 10
26 - 4x5 = 6
-4
-4
-4
-4
-4
elke keer -4 dus gelijk
wel

Slide 15 - Diapositive

Hoort hier een lineaire grafiek bij?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Hoort bij deze tabel een lineaire grafiek?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Het startgetal is 
4
24

Slide 20 - Diapositive

-4
20

Slide 21 - Diapositive

Wat is het startgetal?
En het hellingsgetal?
A
-5 en -2
B
-3 en -2
C
-3 en 2
D
-5 en 2

Slide 22 - Quiz

Wat is het startgetal en hellingsgetal?
A
Startgetal = 0 hellingsgetal = + 4
B
Startgetal = 1 hellingsgetal = + 4
C
Startgetal = 1 hellingsgetal = + 2
D
Weet ik niet.

Slide 23 - Quiz

Geef het startgetal en hellingsgetal dat hoort bij deze grafiek
A
hg = -10 en sg = 50
B
hg = -10 en sg = 200
C
hg = -0,25 en sg = 50
D
hg = -0,25 en sg = 200

Slide 24 - Quiz

Einde uitleg...

Ga actief aan de slag met...
Paragraaf 2.2 (laptop of boek)
Huiswerk voor de volgende les!!!

Slide 25 - Diapositive

Geef hier aan hoever je de uitleg snapt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage