Hoofdstuk 1 Herhaling haag

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Nederland 1813-1900

Herhalingsles met lessonup

Log in via de code van lessonup.

1.1 Koning Willem I

België werd na de Napoleontische tijd onderdeel van...

1. Frankrijk
2. Onafhankelijk
3. Nederland
4. Verenigd Koninkrijk

Stelling: In een gecentraliseerde eenheidsstaat zijn de provincies ondergeschikt aan het landelijke bestuur.

1. Waar
2. Niet waar

De Nederlandsche Handelmaatschappij (NHM) was het verbindingsstuk tussen...

1. Internationale handel zuiden & industrie noorden
2. Internationale handel oosten & industrie westen
3. Internationale handel noorden & industrie zuiden
4. Internationale handel westen & industrie oosten

In een constitutionele monarchie wordt de macht van de koning...

1. Versterkt door de grondwet
2. Beperkt door de grondwet
3. Afgenomen door de ministers
4. Versterkt door de ministers

Hoe reageerde Koning Willem I op de Belgische revolutie?

1. Hij sloot de grenzen met België
2. Hij schreef een smeekbrief naar de Engelse koning
3. Stuurde ministers naar België om te onderhandelen
4. Stuurde een legermacht naar Brussel

1.2 Nederland als koloniale mogendheid

Welke producten werden in het cultuurstelsel verbouwd?

1. koffie, thee en indigo
2. specerijen, tabak en indigo
3. koffie, thee en specerijen
4. tabak, koffie en zout

Op welk eiland werd het cultuurstelsel ingevoerd?

1. Sumatra
2. Java
3. Bali
4. Molukken

Hoe groot was het percentage dat de boeren van hun land moesten gebruiken voor het cultuurstelsel?

1. 20
2. 30
3. 40
4. 50

Op welke manier gingen de Nederlanders met het bestuur van Java om?

1. Ze ontsloegen de meeste vorsten en zetten er nieuwe Javaanse vorsten voor in de plaats.
2. Ze ontsloegen de meeste vorsten en zetten er nieuwe Nederlandse ambtenaren voor in de plaats.
3. Ze lieten het grotendeels intact en plaatsen er een Nederlandse bestuur naast en boven.
4. Ze haalden het hele inheemse bestuur weg en plaatsten er een Nederlands bestuur.

Goed of fout?

De boeren waren erg blij met de cultuurprocenten.

1. Goed
2. Fout

Met de Etische Politiek wilde Nederland...

1. Boete doen voor het koloniale verleden
2. Nederlands-Indie ontwikkelen met aandacht voor onderwijs, gezondheidszorg en christendom
3. De koloniale macht uitbreiden door factorijen te bouwen
4. De koloniale macht uitbreiden door oorlog te voeren op Java en Sumatra

1.3 Economische Ontwikkelingen

De specialisatie in de landbouw ontstond onder andere door...

1. Genoeg basisvoedsel
2. Nieuwe landbouwtechnieken
3. Koloniale uitbuiting
4. Betere verbindingen

Welk land industrialiseerde als laatste?

1. Engeland
2. Nederland
3. Frankrijk
4. Duitsland

De meeste van de vroeg negentiende-eeuwse industrieën waren gericht op de...

1. Buitenlandse markt
2. Binnenlandse markt

Door de transitohandel werd Nederland...

1. Een stapelmarkt
2. Een koloniale mogendheid
3. Een doorvoerhaven
4. het rijkste land van Europa

1.4 Sociale verhoudingen

Het merendeel van de bevolking leefde in de eerste jaren van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden...

1. In armoede
2. In relatieve rijkdom
3. In goede omstandigheden
4. In slechte omstandigheden

De sociale kwestie was...

1. De bewustwording van de verschillen tussen sociale groepen
2. een discussie over het koloniale verleden
3. Een beweging tegen de industrialisatie
4. Een sociaal initiatief om voedsel te verstrekken aan arbeiders

Wat was géén probleem dat veroorzaakt werd door de industrialisatie?

1. Armoede onder arbeiders
2. De schoolstrijd
3. Slechte huisvestiging
4. Slechte hygiëne in woonwijken

De sociale wet van van Houten (1874) moest een einde maken aan...

1. Economische verschillen tussen sociale standen
2. Slechte omstandigheden in de fabrieken
3. Kinderarbeid onder de 12 jaar
4. Het lage loon voor de fanbrieksarbeiders