2V: herhalen bs 1 tm 6 l1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom!

Microfoons uit en camera's aan

Herhalen bs 1 tm 6

Hoe was je vakantie?

😒🙁😐🙂😃

Deze les

Al het hw besproken?

Herhalen bs 1 tm 6 door quiz

Aan het werk voor de toets

Afsluiten

Zorgt ervoor dat urine je lichaam verlaat

Zorgt ervoor dat urine in je urineblaas terecht komt

Is de opslag voor urine

Urineleider

Urinebuis

Urineblaas

Welke afvalstoffen verlaten het lichaam?

Wat is het doel van de grote bloedsomloop?

1. Zuurstof naar de rest vh lichaam brengen
2. Koolstofdioxide naar de rest vh lichaam brengen
3. Zuurstof halen in het lichaam
4. Zuurstof halen in de longen

Wat is het doel van de kleine bloedsomloop?

1. Zuurstof naar de rest vh lichaam brengen
2. Koolstofdioxide naar de rest vh lichaam brengen
3. Zuurstof halen in het lichaam
4. Zuurstof halen in de longen

Welk bestanddeel van bloed zorgt voor onschadelijk maken van ziekteverwekkers?

Op welke 3 manieren beschermt je lichaam zich tegen binnendringen van ziekteverwekkers?

Op welke twee manieren gaat je lichaam een infectie tegen?

1. rode bloedcellen aanmaken
2. insluiten ziekteverwekkers en antistoffen maken
3. witte bloedcellen doodmaken
4. ziekteverwekkers opslaan

Wat is immuun worden?

1. Je lichaam maakt minder antistoffen
2. Soort geheugen van je witte bloedcellen
3. Je witte bloedcellen gaan dood
4. Je wordt heel ziek

Wat is het verschil tussen kunstmatige en natuurlijke immuniteit?

1. Kunstmatig is eerst ziek worden en natuurlijk is met een vaccinatie
2. Natuurlijke is eerst ziek worden en kunstmatige is met een vaccinatie
3. Kunstmatig is met nagemaakte ziektes en natuurlijk met echte
4. Kunstmatige is hetzelfde als natuurlijke immuniteit

Het bloed verlaat het hart naar de rest van het lichaam via de ....kamer

Waaruit bestaat bloed?

1. Bloedplasma, rode bloedcellen, bloedplaatjes, water
2. Bloedplasma, rode bloedcellen, pindakaas
3. witte bloedcellen, rode bloedcellen,
4. Bloedplasma, rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes

Wat is waar over het bloed?

1. Het bloed vervoert voedingsstoffen.
2. Het bloed vervoert afvalstoffen.
3. Het bloed vervoert zuurstof.
4. A, B en C zijn waar.

1. Welke bloedcellen vervoeren zuurstof?

1. rode bloedcellen
2. witte bloedcellen
3. rode bloedcellen en bloedplaatjes
4. bloedplaatjes

Deel 3 zijn ... en de taak is ...

1. witte bloedcellen, zuurstof transport
2. witte bloedcellen, afweer tegen ziekten
3. bloedplaatjes, bloedstolling
4. rode bloedcellen, bloedstolling

Bloed in slagaders stroomt ...

1. Van het hart af
2. Naar het hart toe

Welke bloedvaten hebben kleppen?

1. Slagaders
2. Aders
3. Haarvaten

In welke bloedvaten is de bloeddruk het hoogst?

1. Aders
2. Slagaders
3. Haarvaten

Welke kant van het hart en de bloedsomloop is zuurstofrijk?

1. rechterkant
2. linkerkant
3. allebei de kanten

Hoe loopt de kleine bloedsomloop?

1. hart, longen, hart
2. hart, lichaam, hart
3. lichaam, hart
4. longen, hart

In de longen wordt .... opgenomen en .... afgegeven

Het bloed wat uit de longader komt is:

1. Zuurstofarm
2. Zuurstofrijk

Via de aorta gaat bloed

1. Naar de rest van het lichaam
2. Naar de longen
3. Terug naar het hart

Aan het werk!

Keuze:
- oefenen op Malmberg bij elke paragraaf
- samenvatting leren
- elkaar overhoren (ik check)

Vragen: handje omhoog/microfoon aan in de vergadering

Tot eind van de les

Blader even door je boek. Wat vind je lastig en wil je morgen uitleg over?

Afsluiten

Hoe ging de les?

Vragen?

Tot volgende les!