oefentoets H2

als je een berg oploopt naar de top wordt het steeds
A
kouder
B
warmer
1 / 40
suivant
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

als je een berg oploopt naar de top wordt het steeds
A
kouder
B
warmer

Slide 1 - Quiz

met hoeveel graden wordt het kouder als je 100 meter omhoog gaat
A
1 graad
B
0,6 graad
C
6 graden

Slide 2 - Quiz

met hoeveel graden wordt het kouder als je 1000 meter omhoog gaat
A
1 graad
B
0,6 graad
C
6 graden

Slide 3 - Quiz

het dal ligt op 500 meter. de top ligt op 2500 meter. Hoeveel meter zit er tussen het dal en de top?
A
3000 meter
B
1500 meter
C
2000 meter

Slide 4 - Quiz

het dal ligt op 1000 meter
de top ligt op 3000 meter
hoeveel graden is het op de top kouder dan in het dal?
A
1,2 graden kouder
B
12 graden kouder
C
18 graden kouder
D
6 graden kouder

Slide 5 - Quiz

het dal ligt op 1000 meter en daar is het 10 graden
de top ligt op 3000 meter
wat is de temperatuur op de top?
A
30 graden
B
2 graden
C
-2 graden

Slide 6 - Quiz

het dal ligt op 500 meter en daar is het 20 graden
de top ligt op 1500 meter
wat is de temperatuur op de top?
A
30 graden
B
14 graden
C
8 graden

Slide 7 - Quiz


In de taiga groeien grassen, mossen en lage struikjes.
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van landschappen ?(van de evenaar tot de noordpool)
A
regenwoud, savane, steppe, woestijn, loofbos, naaldbos, landijs/zeeijs
B
zeeijs/landijs, naaldbos, loofbos, woestijn, steppe, savanne, regenwoud
C
woestijn, steppe, savane, regenwoud, naaldbos, loofbos, zeeijs/landijs
D
regenwoud, savane, steppe, woestijn, naaldbos, loofbos, landijs/zeeijs

Slide 9 - Quiz


In de toendra is het in de winter kouder dan gemiddeld -3 °C.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quiz


Permafrost is blijvend bevroren ondergrond.
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quiz

Hooggebergte
Een gebergte met toppen hoger dan 1500 m
kenmerken:
- Hoogtegordels
- Temperatuur -0,6 per 100 meter stijging


Slide 12 - Diapositive

Zet de hoogtegordels op de juiste plaats in de tekening.
loofboomgordel
naaldboomgordel
alpenweiden
rotsgordel
eeuwige sneeuw

Slide 13 - Question de remorquage

Waar in Australië zijn de grote steden?

Slide 14 - Question ouverte

1.Noem twee kenmerken van een tropisch regenwoud "klimaat"

Slide 15 - Question ouverte

3. Waarom zie je stijgingsregen bij de evenaar, dus op de lage breedtegraden?
A
Hier is het vochtig
B
Hier is zo warm dat de vochtige lucht opstijgt
C
Hier is het koel
D
Hier heb je geen wolken

Slide 16 - Quiz

Sleep de onderdelen naar de juiste plek in de afbeelding.
Droog woestijn
stijgende lucht
Nat/regenwoud
Stijgingsregen wolkvorming
Droge lucht

Slide 17 - Question de remorquage

Waar liggen de tropen ook alweer?
tussen de...
A
10°N.B. en 10°Z.B.
B
13,5°N.B. en 13,5°Z.B.
C
17°N.B. en 17°Z.B.
D
23,5°N.B. en 23,5°Z.B.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Deze vorm van veeteelt noemen we:
A
intensieve veeteelt
B
extensieve veeteelt

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Deze vorm van veeteelt noemen we:
A
extensieve veeteelt
B
intensieve veeteelt

Slide 22 - Quiz

Wat is een ander woord voor Inuit?

Slide 23 - Question ouverte

Waar ligt de noordpoolcirkel?
A
63,5 N.B.
B
66,5 N.B.
C
69,5 N.B.
D
67,5 N.B.

Slide 24 - Quiz

In Groenland zijn we dus op...
A
Hoge breedte
B
Lage breedte

Slide 25 - Quiz

Wat groeit er in de Taiga?

Slide 26 - Question ouverte

Wat zijn kenmerken van de toendra? (meerdere antwoorden zijn goed)
A
Nooit boven 0 graden
B
Struikjes en mossen
C
Bevroren ondergrond
D
Boven de boomgrens

Slide 27 - Quiz

Wat is de boomgrens?
A
10 graden in de zomer
B
10 graden in de winter
C
0 graden in de zomer
D
0 graden in de winter

Slide 28 - Quiz

Hoe noemen we de 9 maanden per jaar bevroren bodem?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive

de lijn in de klimaatgrafiek geeft de ................... aan
A
neerslag
B
temperatuur

Slide 31 - Quiz

De staafjes in de klimaatgrafiek geven de .............................. aan
A
temperatuur
B
neerslag

Slide 32 - Quiz

Is de bevolkingsspreiding in Australië gelijk of ongelijk?
A
Ongelijk
B
Gelijk

Slide 33 - Quiz

Is de bevolkingsdichtheid hoger in Nederland of in Australië?
A
Nederland
B
Australië

Slide 34 - Quiz

Hoe heet de droge, grote vlakte met woestijn en steppe in Australië?

Slide 35 - Question ouverte

Slide 36 - Diapositive

geef 2 redenen waarom het rond de evenaar warmer is dan rond de polen.

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Diapositive

schrijf hieronder op wat je nog niet begrijpt, waar je nog extra uitleg over wil hebben of wat je extra wil oefenen.

Slide 39 - Question ouverte

je mag wat voor jezelf doen. blijf zitten op je plek en blijf rustig.

Slide 40 - Diapositive