pH

Zuren en Basen
Na deze les weet je
Wanneer een stof zuur is
Wanneer een stof basisch is
Hoe je dit kunt testen



1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Zuren en Basen
Na deze les weet je
Wanneer een stof zuur is
Wanneer een stof basisch is
Hoe je dit kunt testen



Slide 1 - Diapositive

Wanneer zuur?
Als de vloeistof veel H+ ionen bevat dan is een vloeistof zuur.

H+ ionen zijn heel reactief! Ze willen graag reageren. Ze maken daarmee andere moleculen kapot.

Slide 2 - Diapositive

Wanneer basisch?
Als de vloeistof veel OH- ionen bevat dan is een vloeistof baschisch.

OH- ionen zijn heel reactief! Ze willen graag reageren. Ze maken daarmee andere moleculen kapot.

Slide 3 - Diapositive

Wat hebben deze twee met elkaar te maken?

Ze zijn het omgekeerde van elkaar
H+ reageert het liefst met een OH-
OH- reageert het liefst met een H+

Reactie: OH- (aq) + H+ (aq) --> H2O

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Zuur of Basisch?
Stoffen kunnen zuur of basisch zijn. Dit kun je bij eten bepalen door te proeven


Slide 6 - Diapositive

Zuur
Denk eens aan een zuur matje, of aan de smaak van citroen. Als je hier aan denkt, vertrekt je mond bijna van de smaak. 
Zuur kun je je heel goed voorstellen. 

Slide 7 - Diapositive

Basisch
Een basische smaak is moeilijk voor te stellen. 
Broccoli is een groente met een basische smaak. 

Maar een simpeler voorbeeld is vaak zeep. 

Slide 8 - Diapositive

Zuurgraad bepalen met rodekoolsap

Slide 9 - Diapositive

De pH schaal
Om aan te geven hoe zuur of hoe basisch een stof is gebruiken we de pH schaal.

Waardes tussen 1 en 7 zijn voor zuren
8 tot 14 zijn voor basen
7 is neutraal (geen H+ of OH-)

Slide 10 - Diapositive

Een lage pH is zuurder, een hoge pH is basischer (alkalisch betekent basisch). 

Slide 11 - Diapositive

De pH-schaal loopt van
A
0 tot en met 7
B
1 tot en met 14
C
7 tot en met 14
D
0 tot en met 14

Slide 12 - Quiz

1 Zure stoffen hebben een lage pH
2 Basische stoffen hebben een hoge pH
A
Alleen 1 is juist
B
Beide zijn juist
C
Alleen 2 is juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 13 - Quiz

Een citroen heeft een lage pH
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Water heeft een hoge pH
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Handzeep heeft een lage pH
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo