Week 20 woensdag 1B

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Woensdag 16 mei

• 10 minuten lezen
• Huiswerk: opdracht 10, 11 en 12 van 5.3
• Opdracht 12 gezamenlijk nakijken
• 5.4 Grammatica: herhaling en uitleg

Leerdoelen

• Ik kan uitleggen wat een voorzetsel is.
• Ik kan een voorzetsel in een zin herkennen en benoemen.
  

Gezamenlijk nakijken

• Opdracht 12 van 5.3

5.4 Grammatica

Woordsoorten tot nu toe:

• lidwoord - LW
• zelfstandig naamwoord - ZN
• werkwoord - WW
• bijvoeglijk naamwoord - BN

voorzetsels

Voorzetsels

• Meestal een klein woordje
• 'kastwoordje'/ 'vakantiewoordje'
• Ezelsbruggetje: voor de kast  of  de vakantie
• Te  voor het hele werkwoord

Morgen hebben we maar één repetitie.

1. Morgen = ZN hebben = WW
2. hebben = WW één = LW
3. hebben = WW repetitie = ZN
4. één = LW repetitie = ZN

Er staan veel ouders langs de lijn bij het voetbalveld.

1. ouders = ZN bij = VZ
2. veel = BN langs = VZ
3. staan = WW langs = VZ
4. ouders = ZN lijn = WW

Op de hoek van de straat stond een oude man te wachten.

LW

ZN

WW

BN

VZ

Op

de

hoek

van

de

straat

stond

een

oude

man

te

wachten

Zelfstandig werken

• Wat?              5.4 opdracht 2, 3, 4, 7 en 8
• Hoe?             Zie stoplicht! Muziek luisteren mag.
• Hulp?            Buurman of -vrouw, docent
• Tijd?               Tot 14.58 uur
• Resultaat?   Opdrachten netjes in schrift, let op hoofdletters en

                                  leestekens

• Klaar?             Nakijken: gemaakte opdrachten