3A H2 lezen Tekstdoel en publiek

Begrijpend lezen H2

Tekstdoel en publiek

3KGT: 3A
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Begrijpend lezen H2

Tekstdoel en publiek

3KGT: 3A

Slide 1 - Diapositive

Even terugblikken op gister..
We bespraken de theorie op blz 40 en 41
Dit ging over tekstdoel en publiek

Slide 2 - Diapositive

De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken. De tekst die hij schrijft, heeft dus een .............

Wat moet er op de stippellijn ingevuld worden?

Slide 3 - Question ouverte

Noem de 7 tekstdoelen die we behandeld hebben gister.

Slide 4 - Question ouverte

Welk tekstdoel is dit?
uitleggen hoe je iets moet doen

Slide 5 - Question ouverte

Welk tekstdoel is dit?

De schrijver wil je vermaken

Slide 6 - Question ouverte

Welke tekstdoel is dit?
de schrijver wil dat je dezelfde mening krijgt als hij heeft

Slide 7 - Question ouverte

Welke tekstdoel is dit?
de schrijver wil je raad geven

Slide 8 - Question ouverte

Welke tekstdoel is dit?
de schrijver wil dat je iets gaat doen

Slide 9 - Question ouverte

Welke tekstdoel is dit?
de schrijver wil dat je iets niet gaat doen

Slide 10 - Question ouverte

informeren
(noem voorbeelden)

Slide 11 - Carte mentale

instrueren
(noem voorbeelden)

Slide 12 - Carte mentale

overtuigen
(noem voorbeelden)

Slide 13 - Carte mentale

Maak een foto (of screenshot) van een tekst met als doel; tot handelen aanzetten (activeren)

Slide 14 - Question ouverte

Nakijken opdracht 1 blz 40 41
1 Het onderwerp van deze tekst is ‘tandenpoetsen/tandenborsteldag’.
2 Deze tekst is een krantenbericht. Dat zie je aan de bron; Sevendays.
3 C voor lezers tussen de 12-17 jaar
4 A door een aantal voorbeelden bij het onderwerp te noemen
5 Bedorven zuurkool, kattenvoer, ontbindende muizenlijken, de adem van Shrek.
6 De werkelijke reden dat mensen vroeger gepaste afstand hielden, was het feit dat ze geen vieze adem van de ander wilden ruiken/inademen.

Slide 15 - Diapositive

vervolg antwoorden opdr 1
7 Mensen met een schoon gebit hebben 65% minder kans om dement te worden. “Mooi meegenomen … te worden!”(Alinea 5)
8 Met ‘de simpele burger’ worden gewone mensen bedoeld die niet rijk/beroemd zijn.
9 B Informeren, want de schrijver wil je meer laten weten over tandenborsteldag.
10 In de tekst staat: “Het is dus niet meer nodig om iemand af te schrikken met je slechte adem.” En: Dus vier de frisse adem en poets je tanden op Tandenborsteldag extra vaak!” Hier wordt dus advies gegeven aan de lezers: afschrikken is niet nodig als je vaak poetst en slechte adem is niet meer aanwezig als je vaak poetst.


Slide 16 - Diapositive

vervolg antwoorden opdr 1
11 De laatste alinea van tekst 2 heeft als tekstdoel overtuigen. Daar staat immers in dat je echt je tanden goed moet poetsen en worden er diverse plaatsen genoemd waar je zou moeten/kunnen poetsen.
12 A In tegenstelling tot vroeger poetsen we tegenwoordig onze tanden en is er zelfs een tandenborsteldag.


Slide 17 - Diapositive

Aan de slag
maken opdracht 2

Dit is huiswerk voor vrijdag (morgen)

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive