Les 5 Schakelingen begrijpen

Brandt hier een lampje feller dan de rest? En zo ja, welke?
1 / 13
suivant
Slide 1: Question ouverte
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Brandt hier een lampje feller dan de rest? En zo ja, welke?

Slide 1 - Question ouverte

Het rechter lampje brandt het felst.
Die krijgt de totale stroomsterkte.

Slide 2 - Diapositive

Hoe noem je deze schakeling?

Slide 3 - Question ouverte

Een gemengde schakeling, waarin twee lampjes parallel geschakeld zijn in serie met een derde lampje.

Slide 4 - Diapositive

Welke lamp(en) staan aan als:
1 dicht
2 dicht
3 open

Slide 5 - Question ouverte

Alle lampen zijn dan uit.

Slide 6 - Diapositive

Welke lamp(en) staan aan als:
1 dicht
2 open
3 dicht

Slide 7 - Question ouverte

Alleen de onderste lamp is aan.

Slide 8 - Diapositive

De batterij geeft een spanning van 6 Volt en de stroomsterkte bij schakelaar 1 is 300 Ampère. Bereken de stroomsterkte en spanning in beide lampjes.

Slide 9 - Question ouverte

Parallele schakeling, dus:
- Spanning in beide lampjes hetzelfde
- Stroomsterkte verdeeld over lampjes
Spanning beide lampjes: 6 V
Stroomsterkte beide lampjes: 300/2 = 150 A

Slide 10 - Diapositive

Spanning beide lampjes: 6 V
Stroomsterkte beide lampjes: 300/2 = 150 A
P = I*U
Bereken het vermogen van de lampjes

Slide 11 - Question ouverte

p = I * U
I  = stroomsterkte = 150 A
U = spanning = 6 V
150*6 = 900 W

Slide 12 - Diapositive

Serie parallel quizje

Slide 13 - Diapositive