Thema 4 BS 6 Zwangerschap en EBS 8 Geboorte

BS 6 ZWANGERSCHAP 
doelstellingen
uitleg
aan de slag
afsluiten
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

BS 6 ZWANGERSCHAP 
doelstellingen
uitleg
aan de slag
afsluiten

Slide 1 - Diapositive

Doelstellingen

  • Je moet delen van de baarmoeder en embryo kunnen noemen met hun functies en kenmerken
  • Je moet kunnen beschrijven hoe de geboorte van een kind plaatsvindt.


Slide 2 - Diapositive

Vruchtbare periode

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Basisstof 6
Zwangerschap en geboorte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Bevruchting
De kern van de zaadcel en de eicel smelten samen
De bevruchte eicel begint meteen met delen
Tegelijkertijd wordt de bevruchte eicel naar de baarmoeder verplaatst

Slide 8 - Diapositive

Beginnende baby

Slide 9 - Diapositive

Innesteling
Na een paar dagen komt de bevruchte eicel in de baarmoeder en gaat in de baarmoederwand zitten
Deze breekt door hormonen niet meer af
De baarmoederwand zorgt de eerste tijd voor de voeding van het embryo

Slide 10 - Diapositive

Ontwikkeling ongeboren kind

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Vruchtwater
Het embryo drijft in het vruchtwater. Het vruchtwater beschermt het emrbyo tegen stoten, uitdroging en temperatuurverandering.
Embryo
Het kind heet in de baarmoeder: embryo.
Navelstreng
Verbinding tussen de placenta en het embryo. In de navelstreng zitten bloedvaten.
Placenta
Deel van de baarmoederwand waar bloed van de moeder vlak langs bloed van het embryo stroomt. Daarom kunnen ze stoffen en zuurstof uitwisselen.
Bloedvaten embryo
Deze bloedvaten raken de bloedvaten van de moeder niet.
Bloedvaten moeder
Door de placenta kunnen er zuurstof en voedingsstoffen aan de baby gegeven worden. 

Slide 13 - Diapositive

De vruchtvliezen
Het embryo maakt ook vruchtvliezen met vruchtwater aan, wat beschermt tegen schokken of stoten. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

De geboorte
Een vrouw weet dat ze gaat bevallen door weeën
3 fasen:
- ontsluiting
- uitdrijving
- nageboorte

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Prenataal onderzoek
Pre= voor, nataal= de geboorte
Tijdens de zwangerschap kan worden onderzocht of de moeder een grotere kans heeft op een kind met een aangeboren afwijking of erfelijke ziekte.

Slide 18 - Diapositive

Wat is de volgordevan een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 19 - Question de remorquage

De placenta en resten van de navelstreng die worden uitgedreven heten:
A
Embryo
B
Bevallen
C
Nageboorte
D
Voorgeboorte

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo

Wat zijn weeën?
A
Ontsluiting
B
Eerste verschijnselen van de bevalling
C
Samentrekkingen van de baarmoederwand
D
Baby's die verkeerd om in de buik liggen

Slide 22 - Quiz

Welk deel zorgt voor de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen?
A
Baarmoeder
B
Embryo
C
Eierstokken
D
Placenta

Slide 23 - Quiz

Hoe heet het als een baby met het hoofdje naar boven ligt?
A
Zuidligging
B
Noordligging
C
Stuitligging
D
Staatligging

Slide 24 - Quiz

Aan de slag
Lees en maak BS 6 

En alle basisstoffen van dit thema die 
je nog niet af hebt


Volgende week toets Thema 4 BS 1 t/m 6

Slide 25 - Diapositive