Thema 3 Mens en milieu (deel 2)

DEEL 2.
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

DEEL 2.

Slide 1 - Diapositive

3.4 Energie

Slide 2 - Diapositive

Energiebronnen (fossiele brandstoffen)
Uitputbare energiebronnen:

Aardgas
Aardolie
Steenkool

Slide 3 - Diapositive

Kernenergie
Ontstaat door splitten van atoomkernen van uranium 

Hierbij komt warmte vrij die omgezet wordt naar elektriciteit 

Geen koolstofdioxide maar wel radioactief afval 
(tienduizenden jaren)

Slide 4 - Diapositive

Energiebronnen (duurzaam)
Hernieuwbare energiebronnen:

Zonne-energie
Windenergie
Waterkracht
Warmte energie

Slide 5 - Diapositive

Zonne-energie 
Wordt gevormd door het licht en de warmte van de zon

Geen koolstofdioxide


Nadeel: niet altijd beschikbaar

Slide 6 - Diapositive

Windenergie
Electriciteit opgewekt met de kracht van de wind.

Nadeel: 
- de wind waait niet altijd
- Omwonende hebben last van bromtonen

Slide 7 - Diapositive

Waterkracht
Vroeger: graan malen of hout zagen 

Getijdenenergie (eb en vloed)

Nadeel: voor stuwdammen is er een groot hoogte verschil nodig om veel elektriciteit te kunnen opwekken.

Slide 8 - Diapositive

Warmte
Diep in de aardkorst is het warmer dan aan de oppervlakte. (IJsland)

Warmtepomp werkt een beetje als een koelkast maar dan andersom
Deze haalt warmte uit de omgeving en geeft deze in huis af.

Slide 9 - Diapositive

Biomassa
Er komt koolstofdioxide vrij
Bij verbranding energie en door vergisten/vergassen ontstaat biogas, biobrandstof. 

Vermengen van 
bio-ethanol
met aardolie

Slide 10 - Diapositive

3.5 Klimaatverandering

Slide 11 - Diapositive

Dampkring

Slide 12 - Diapositive

Broeikasgassen

Slide 13 - Diapositive

Natuurlijk/versterkt broeikaseffect
(versterkt) broeikaseffect
Broeikasgevaar

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Klimaatveranderingen
Doordat het op plekken warmer wordt:

  • Zeeën en oceanen warmer​
  • Zeespiegel stijging overstroming gebieden​ 
  • Droogte bepaalde gebieden


Slide 16 - Diapositive

Zeespiegel stijging
Een belangrijk gevolg van de opwarming van de aarde is de stijging van de zeespiegel (de hoogte van het zeewater). Bij Nederland zal de zeespiegel 0,5 tot 3 m hoger zijn in 2100. Laaggelegen gebieden zullen dan overstromen. Daarom moeten de dijken hoger worden gemaakt. Dat kost veel geld.

Slide 17 - Diapositive

Gevolgen klimaatverandering
Verzilting: vermindering van de hoeveelheid zoet water en zeewaterstijging leidt tot verzilting van rivieren en daardoor landbouwgrond.




Slide 18 - Diapositive

Gevolgen van klimaatverandering
  • jaarritme verandert
  • meer sterfgevallen door hitte (400)
  • er komen meer tropische ziekten en plagen

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

3.6 Water

Slide 21 - Diapositive

Het water
Oppervlaktewater:
  • water in rivieren, kanalen, meren en de zeeën
Grondwater:
  • water dat zich in de grond bevind
Zelfreinigend vermogen
Zelfreinigend vermogen van water:
  • water is in staat zichzelf te reinigen
  • organische stoffen verontreinigen van nature het water

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Vermesting
Stikstofverbindingen in de lucht zorgen uiteindelijk voor vermesting.


Extra toevoeging van meststoffen aan een ecosysteem

Slide 24 - Diapositive

Vermesting
Zure regen

Slide 25 - Diapositive

Mineralen
Door waterbloei --> zuurstof tekot --> vissterfte 

Slide 26 - Diapositive

Plastic soup

Slide 27 - Diapositive

Ocean Cleanup
Great Pacific Garbage Patch

Slide 28 - Diapositive

Waterzuivering 
rioolwaterzuivering 

Slide 29 - Diapositive

3.7 Bodem en afval

Slide 30 - Diapositive

Bodemsanering

-  veel giftige stoffen in de bodem.

- Planten nemen stoffen op

->  voedselketen  (accumulatie).


Bodemsanering: vuile (giftige) bodem 

schoon maken ( voor voedselverbouw 

en wonen)

Slide 31 - Diapositive

Afvalverwerking
Gescheiden inzamelen -> minder belastend voor het milieu

Recycling: producten gebruiken als groendstoffen voor nieuwe producten

Composteren: reducenten breken GFT-afval af tot compost (mest)

Apart inzamelen van klein chemisch afval (KCA)

Restafval: Afval dat geen kca is en niet kan worden gerecycled of gecomposteerd. 

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Recyclen van papier

Slide 34 - Diapositive

Composteren
Reducenten breken groente-, fruit- en tuinafval (gft) af tot compost

  • Compost wordt gebruikt als mest
  • Alleen biologisch afval is te composteren

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Maken
3.4  Opdracht 29 + 30

3.5  Opdracht 35 + 36 + 37

3.6  Opdracht 44 + 45

3.7  Opdracht 49 + 50

Slide 38 - Diapositive