8.3 Je bloed vervoert

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Je lichaam werkt

Je bloed vervoert

Lesprogramma

• Huiswerk
• Leerdoelen
• Uitleg les 1
• Nabespreken les 1
  
• Huiswerk les 1
• Huiswerk controle
• Leerdoelen
• Uitleg les 2
• Nabespreken les 1 en 2
• Huiswerk les 2

Welke vragen van het huiswerk willen jullie dat ik bespreek?

Leerdoelen

• Je leert hoe je bloed stoffen vervoert.
• Je leert welke soorten bloedvaten je hebt.
•  Belangrijke begrippen: Bloedplasma
  , Rode bloedcellen, Bloedvatenstelsel, Slagaders, Aders, Haarvaten, Aorta, Holle ader, hart  

Waarvoor moeten de spieren veel bloed krijgen?

1. De spieren hebben glucose en koolstofdioxide uit het bloed nodig.
2. De spieren hebben glucose en zuurstof uit het bloed nodig.
3. De spieren hebben koolstofdioxide en zuurstof uit het bloed nodig.

Je bloed stroomt door bloedvaten.
Bekijk de bovenkant van je hand of de onderkant van je arm.
Kun je bloedvaten zien?

1. Ja
2. Nee

Je bloed stroomt door bloedvaten.
Bekijk de bovenkant van je hand of de onderkant van je arm.
Kun je bloedvaten voelen?

1. Ja
2. Nee

Hoe vervoert je bloed stoffen?

• Je hebt ongeveer 4 tot 5 liter bloed.
• Bloedplasma is het waterige deel van het bloed. Vervoert voedingsstoffen en koolstofdioxide.
• Vaste deel van het bloed: rode bloedcellen,                                                       witte bloedcellen en bloedplaatjes. 
• Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
• Witte bloedcellen zorgen voor de afweer.
• Bloedplaatjes voor de bloedstolling

Waar bestaat bloed uit?

Welke omschrijvingen horen bij bloedplasma en welke bij rode bloedcellen?

Bloedplasma

Rode bloedcellen

Kleuren het bloed rood

Vloeibaar

Vervoer van zuurstof

Vervoer van voedingsstoffen

Cellen

Lichtgeel van kleur

Nabespreken

• Je leert hoe je bloed stoffen vervoert.
  
• Je leert welke soorten bloedvaten je hebt.
  
•  Belangrijke begrippen: Bloedplasma , Rode bloedcellen, Bloedvatenstelsel, Slagaders, Aders, Haarvaten, Aorta, Holle ader, hart  

Huiswerk

Leren en maken: 8.3 opdracht 1 t/m 8

Leerdoelen

• Je leert hoe je bloed stoffen vervoert.
• Je leert welke soorten bloedvaten je hebt.
•  Belangrijke begrippen: Bloedplasma
  , Rode bloedcellen, Bloedvatenstelsel, Slagaders, Aders, Haarvaten, Aorta, Holle ader, hart  

Welke omschrijvingen horen bij bloedplasma en welke bij rode bloedcellen?

Bloedplasma

Rode bloedcellen

Kleuren het bloed rood

Vloeibaar

Vervoer van zuurstof

Vervoer van voedingsstoffen

Cellen

Lichtgeel van kleur

Door welke bloedvaten stroomt je bloed?

Je bloedvatenstelsel bestaat uit je hart en bloedvaten.

Door welke bloedvaten stroomt je bloed?

• Slagaders: vervoeren het bloed vanaf je hart naar je organen.
• Haarvaten: de kleinste en dunste bloedvaatjes, zitten in al je organen.
• Aders: vervoeren het bloed vanaf de organen weer naar je hart. In de aders zitten kleppen om het bloed de goede kant op te laten stromen.

Hoe komen stoffen bij je cellen?

1. De slagaders voeren het bloed naar de haarvaten van de organen. (Glucose zit opgelost in het bloedplasma. Zuurstof zit in de rode bloedcellen.)
2. In de haarvaten gaat zuurstof vanuit de rode bloedcellen naar het bloedplasma.
3. In de dunne wand van haarvaten zitten kleine openingen. Het bloedplasma met daarin glucose en zuurstof lekt door die gaatjes naar buiten. De vloeistof uit de haarvaten komt zo tussen de cellen terecht.
4. De cellen nemen glucose en zuurstof op en gebruiken dit voor de verbranding.
5. Bij de verbranding ontstaat koolstofdioxide en water. Deze stoffen gaan vanuit de cellen naar de vloeistof rond de cellen. Die vloeistof stroomt terug naar de haarvaten. 
6.  Vanuit de haarvaten gaat het bloed met de afvalstoffen naar aders. Vanuit de aders gaat het bloed weer naar het hart.

Waar bestaat het bloedvatenstelsel uit?

Noem de 3 soorten bloedvaten

Welke twee stoffen gaan van het haarvat naar een orgaan?

1. Glucose en koolstofdioxide
2. Glucose en zuurstof
3. Koolstofdioxide en zuurstof

Nabespreken

• Je leert hoe je bloed stoffen vervoert.
  
• Je leert welke soorten bloedvaten je hebt.
  
•  Belangrijke begrippen: Bloedplasma , Rode bloedcellen, Bloedvatenstelsel, Slagaders, Aders, Haarvaten, Aorta, Holle ader, hart  

Huiswerk

Leren en maken: 8.3