6. Van Politie naar Officier

CRIMINALITEIT


H6. Van politie naar officier
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

CRIMINALITEIT


H6. Van politie naar officier

Slide 1 - Diapositive

Herhalen - H5: Het strafrecht 
- Wat is het strafrecht? Waar wordt rekening mee gehouden? Hoe werkt het jeugdstrafrecht anders? Wat zijn bijv. speciale maatregelen? Adolescenten strafrecht? PIJ-Maatregel? Rechten van een verdachte? Hoe lang mag je vastgehouden worden?

Examenopdrachten maken over H5

Uitleg H6: Van politie naar officier

Zelfstandig werken!


Welkom!

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Bij de politie werken ongeveer 63.000 mensen, verdeeld over de vreemdelingenpolitie, helikopterpolitie, internet rechercheurs etc. De politie helpt mee aan een veilige en leefbare samenleving. Hoe ze dat doen? Dat blijkt uit deze taken; 

  1. Handhaven van de openbare orde: rust op straat, ingrijpen bij demonstraties.. 
  2. Verlenen van hulp: de weg wijzen, helpen bij een auto ongeluk, verdwaald kind..
  3. Dienstverlening: advies geven en service bieden, hoe voorkom je inbraak?
  4. Opsporen van strafbare feiten: onder leiding van OvJ op zoek naar verdachte... 
  5. Preventie: maatregelen om misdaad te voorkomen (van te voren). 
  6. Opstellen van proces-verbaal: schriftelijk verslag van het politieonderzoek. 

Taken van de politie

Slide 6 - Diapositive

Om haar taken uit te voeren heeft de politie speciale bevoegdheden: handelingen die de politie in bepaalde situaties mag doen. Dit heeft vooral te maken met de opsporingstaak. 

  1. Staande houden: vragen naar persoonlijke gegevens (wel een reden).
  2. Bekeuringen geven: voor bijv. fietsen en telefoneren. 
  3. Verdachten aanhouden: meenemen naar het bureau. 
  4. Verdachten vasthouden op het bureau (vluchtgevaar/recidivisten). 
  5. Verdachten fouilleren: de kleding onderzoeken (zonder toestemming niet je tas). 
  6. Wapens dragen en geweld gebruiken: geweldsmonopolie. 

Soms mag de politie alleen iets met toestemming van de rechter-commissaris of de OvJ

Bevoegdheden van de politie

Slide 7 - Diapositive

De zaak; Anne Faber

Het is vrijdagmiddag 17.00 uur als Anne Faber in Utrecht op haar fiets stapt. Ze wil een ritje maken op haar zwarte omafiets. Waarnaartoe is niet bekend. Ze is naar niemand op weg.

Rond 18.15 uur stuurt Faber een berichtje naar haar vriend om te zeggen dat ze in Hollandsche Rading is. Op dat moment barst er noodweer los. Ruim een half uur later stuurt de vrouw haar vriend een selfie, in de regen in haar regenjas. Ze kijkt alsof ze baalt van de regen. Ze is inmiddels in Baarn: de foto is gemaakt bij de kruising van de Hilversumsestraatweg met de Amsterdamsestraatweg. Faber moet dan al zo'n twintig kilometer hebben gefietst, ook door bossen, op haar omafiets.

Als Fabers vriend om 19.50 uur een bericht terugstuurt, wordt dat niet meer gelezen. De vinkjes op WhatsApp blijven grijs en hij krijgt geen contact meer. Hij begint zich zorgen te maken, net als Fabers familie. Die neemt rond middernacht contact op met de politie.

Slide 8 - Diapositive

In 2017 werd Anne Faber vermist. Haar lichaam werd een paar dagen later door de politie gevonden. Wat is er toen gebeurd? Wie heeft onderzoek gedaan naar de doodsoorzaak, wie heeft gezocht naar de verdachte en wie heeft de verdachte voor de rechter gebracht?

Het antwoord op deze vraag is de Officier van Justitie: een speciale ambtenaar die namens de samenleving bewijzen zoekt tegen een verdachte en een straf kan eisen. Alle OvJ's samen vormen het Openbaar Ministerie (OM). 

De OvJ is de hele tijd bij het strafproces, hierin heeft hij/zij taken: 
  • Leiden van het opsporingsonderzoek
  • De verdachte vervolgen (naar de rechter)
  • Een straf eisen (en zorgen dat deze uitgevoerd wordt). 



De Officier van Justitie (OvJ)

Slide 9 - Diapositive

De eerste taak van de officier van justitie is het opsporingsonderzoek leiden. Denk even terug aan de moord op Anne Faber. In deze zaak heeft de officier van justitie aan de politie de opdracht gegeven om de moord te onderzoeken. De politie onderzocht hoe Anne om het leven is gekomen. Of ze DNA van de verdachte kunnen vinden, of dat er misschien getuigen of camerabeelden zijn van de moord.
Het opsporingsonderzoek

Slide 10 - Diapositive

Aan de hand van de resultaten uit het opsporingsonderzoek besluit de Officier van Justitie wat er gebeurt met de verdachte, hier heeft hij/zij meerdere keuzes: 

  • Seponeren: afzien van verdere vervolging, geen straf. 
  • Schikken / transactie: betalen van een boete, geen rechtszaak - wel een strafblad. 
  • Strafbeschikking: verdachte wordt veroordeeld door OvJ, niet door de rechter (strafblad). 
  • Vervolgen: de verdachte moet naar de rechter (zoals bij Anne Faber).

De officier van justitie klaagde namelijk de verdachte aan. Dit doet de officier van justitie namens het Openbaar Ministerie. De officier van justitie noemen we dus ook wel: de openbare aanklager. In de zaak van Anne Faber, legde de officier van justitie dus aan de rechter uit waarvan de verdachte verdacht werd. Ook vertelde de officier van justitie wat voor bewijs daarvoor was en welke straf de rechter zou moeten geven.
Verdachte vervolgen?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive