Thema 1 Familie en vrienden H2 Spelling en grammatica les 1

Nederlands 
Thema 1
Herhaling
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Nederlands 
Thema 1
Herhaling

Slide 1 - Diapositive

Over deze les doe je waarschijnlijk langer dan 1 lesuur. Leerlingen vinden dit een lastig onderwerp. Het zou best kunnen dat je over dit onderwerp 3 lessen doet (inclusief studiemeter)
Doel
Aan het einde van deze les:
...weet ik wat leestekens zijn.
...weet ik wanneer ik hoofdletters moet gebruiken.
...weet ik wanneer ik welke leestekens moet gebruiken.
...weet ik waarom ik hoofdletters en leestekens moet gebruiken.
 



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie
Een zin begint met een hoofdletter​
Een zin eindigt met een leesteken: een punt, uitroepteken of vraagteken

Ik ga elk jaar met mijn vrienden op vakantie.
Heb jij respect voor alle leerlingen in de klas?​

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LEESTEKENS
Een brief of e-mail is beter te lezen en te begrijpen als duidelijk is waar een zin begint of eindigt. Het begin van de zin geef je aan met een HOOFDLETTER. Het einde van de zin geef je aan met een PUNT.
Niet achter elke zin staat een punt. Soms staat er aan het einde van een zin een vraagteken of een uitroepteken
Punten, vraagtekens en uitroeptekens noem je LEESTEKENS.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Even testen...
Hoe goed kennen jullie de hoofdletters en leestekens?
Op de volgende dia's volgen oefeningen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk leesteken past het beste?

Heb jij gekke gewoontes
A
.
B
?
C
!

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk leesteken past het beste?

Stop daar mee
A
.
B
?
C
!

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk leesteken past het beste?

Ik heb contact met haar
A
.
B
?
C
!

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk leesteken past het beste?

Heb jij ook een relatie
A
.
B
?
C
!

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk leesteken past het beste?

De kennis kwam bij ons op bezoek
A
.
B
?
C
!

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk antwoord is goed geschreven?
A
eindhoven
B
Eindhoven

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk antwoord is goed geschreven?
A
amber jansen
B
Amber jansen
C
Amber Jansen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk antwoord is goed geschreven?
A
nederland
B
Nederland

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk antwoord is goed geschreven?
A
ik ga naar turkije
B
Ik ga naar turkije.
C
Ik ga naar Turkije
D
Ik ga naar Turkije.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk antwoord is goed geschreven?
A
ik heb contact met amy
B
Ik heb contact met amy.
C
Ik heb contact met Amy.
D
ik heb contact met Amy

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoordspelling 
Verleden Tijd

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions