H3 Recensie boek schrijven

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Een recensie schrijven!

Lesdoelen

- Je kunt a.d.h.v. een boek dat jij hebt gelezen aangeven wat je van het boek vindt.

- Je gebruikt hierbij literaire begrippen en beoordelingswoorden.

Iemand vraagt: ' wat is een recensie?'
wat zeg je dan?

Recensie

- Een tekst met een beoordeling over een boek, film, toneelstuk etc.

- Doel: de lezer helpen om te besluiten of hij iets wil kijken of lezen.

- Subjectief

- Duidelijke mening met onderbouwing (argumenten)

'Leuk' of 'stom' zijn geen beoordelingswoorden!

Noem zoveel mogelijk beoordelingswoorden!

literaire begrippen

Welke literaire begrippen ken je nog?

Personages

Ruimte

Perspectief

Thematiek

Tijd

Op de volgende  slide  vind je allerlei recensies van boeken games en films.

Kies een recensie en beantwoord onderstaande vragen:

- Hoe is de recensie opgebouwd (structuur)?

- Welke beoordelingswoorden worden er gebruikt?

- Vind je dit een goede recensie? Geef aan waarom wel/niet.

10 minuten

https:

Schrijf een recensie

Geef je mening over de film & gebruik beoordelingswoorden.

Onderbouw je mening met 3 argumenten.

Maak alinea's en breng structuur aan (signaalwoorden bv.).

Bedenk een pakkende titel.

Zinnen formuleren

"De film was leuk en niet leuk tegelijk."

Verbetering: "De film riep gemengde gevoelens bij me op; hoewel er momenten waren die ik leuk vond, waren er ook aspecten die teleurstellend waren, zoals...''

"Het einde was stom, en ik hou niet van stomme eindes."

Verbetering: "De film heeft een open einde. Dat vond ik teleurstellend, want ik bleef met veel onbeantwoorde vragen achter. 

Herschrijf deze zin:

De film was saai, omdat er niets gebeurde.

Herschrijf de zin:

"De film was echt goed."

Verbeter je eigen recensie - argumentatie

1. Markeer in je recensie enkele zinnen die opvallen door hun taalgebruik (positief of negatief).
2. Leg uit waarom je deze score hebt gegeven en geef specifieke suggesties voor verbetering van het taalgebruik.
3. Identificeer de argumenten die je hebt gebruikt om je mening te onderbouwen. Markeer ze in je recensie.
   
4. Beoordeel de kracht van elk argument op een schaal van 1 tot 5 (1 = zwak, 5 = sterk) op basis van de overtuigingskracht en relevantie.
5. Welke signaalwoorden zitten al in jouw tekst? Markeer die en schrijf het tekstverband op.
6. 
   

Stuur enkele zinnen die opvallen door hun taalgebruik (positief of negatief).