week 38: bespreken H1 schrijven + H1 woordenschat + exit ticket

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Klassenindeling (kleine verandering)

Nora	Rosalie	gangpad	Eliza	Anna	gangpad	Abdiaziz	Dylan
Rens		gangpad	Demi	Sascha	gangpad	Stijn	Carice
Alicia	Pascalle	gangpad	Julia	Luna	gangpad	Lars	Aljan
Aster	Selin	gangpad	Jesper	Tijn	gangpad	Elfine	Lola
Stefan	Lisa	gangpad	leeg	leeg	gangpad	leeg	leeg
Docent

Welkom bij Nederlands!

Check:

• Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
• Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel ligt: 

• Laptop/device (dicht)

Boektitel? Mail hem naar [e-mail]

Vorige lessen: weektaak af

H1 schrijven

H1 woordenschat

Na deze les... 

• kun je (in vier stappen) een korte tekst schrijven.

• kun je de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden.

Vandaag

Doel

• kan ik (in vier stappen) een korte tekst schrijven.

H1 schrijven: na deze les

• Stap 1: woordveld maken
• Stap 2: deelonderwerpen ordenen
• Stap 3: schrijven (alinea over communicatie (huiswerk, opdracht 2.2))

• Stap 4: controleren en verbeteren

H1 schrijven

Bekijk de tekst op het scherm van een klasgenoot (H1 schrijven, opdracht 2, vraag 2). Controleer de tekst met deze vragen: 

• Gaat de alinea over één deelonderwerp? 
• Is de tekst begrijpelijk?
• Heeft de tekst goede zinnen?

Vertel de ander je antwoorden. Verbeter je eigen tekst. 

H1 schrijven: controleren en verbeteren

Na deze les...

• kun je (in vier stappen) een korte tekst schrijven.

• kun je de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden.

Doel

Pak een pen en papier.

Wat betekenen de onderstreepte dikgedrukte woorden? 

• Eén leerling blijft zitten en schrijft de woorden + betekenis op
• De andere leerling loopt heen en weer en zoekt de betekenis.

Weet je het niet? De betekenis staat in de tekst!

H1 woordenschat

• onbegaanbaar =  niet begaanbaar

» je gebruikt een bekend woorddeel

H1 woordenschat

• onbegaanbaar =  niet begaanbaar

» je gebruikt een bekend woorddeel

• jutten = zoeken naar overblijfselen  op het strand

» je zoekt in de tekst naar de betekenis

H1 woordenschat

• onbegaanbaar =  niet begaanbaar

» je gebruikt een bekend woorddeel

• jutten = zoeken naar overblijfselen  op het strand

» je zoekt in de tekst naar de betekenis

• overblijfselen = resten 

» je zoekt naar een voorbeeld in de tekst (zoals, bijvoorbeeld)

H1 woordenschat

• onbegaanbaar =  niet begaanbaar

» je gebruikt een bekend woorddeel

• jutten = zoeken naar overblijfselen  op het strand

» je zoekt in de tekst naar de betekenis

• overblijfselen = resten 

» je zoekt naar een voorbeeld in de tekst (zoals, bijvoorbeeld)

• stikheet = erg heet

» je zoekt in de tekst naar een tegenstelling

 

H1 woordenschat

• onbegaanbaar =  niet begaanbaar

» je gebruikt een bekend woorddeel

• jutten = zoeken naar overblijfselen  op het strand

» je zoekt in de tekst naar de betekenis

• overblijfselen = resten 

» je zoekt naar een voorbeeld in de tekst (zoals, bijvoorbeeld)

• stikheet = erg heet

» je zoekt in de tekst naar een tegenstelling

• flora en fauna = planten en dieren

» je zoekt in de tekst naar een synoniem 

H1 woordenschat

» je gebruikt een bekend woorddeel

» je zoekt in de tekst naar de betekenis

» je zoekt naar een voorbeeld in de tekst (zoals, bijvoorbeeld)

» je zoekt in de tekst naar een tegenstelling

» je zoekt in de tekst naar een synoniem 

H1 woordenschat

Toets inhalen: Stefan, Elfine, Lars, Julia & Luna

Huiswerk controleren

Wat? 

• H1 woordenschat

Hoe? 

• Online en op fluisterniveau.
• Muziek luisteren mag (op je laptop).

Klaar? 

• H1 taalverzorging: persoonsvorm, onderwerp en gezegde

Aan het werk

Na deze les...

• kun je (in vier stappen) een korte tekst schrijven. 

• kun je de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden.

Doel

Volgende les

In de les:

• H1 taalverzorging: persoonsvorm, onderwerp en gezegde

Weektaak (volgende week maandag af):

• H1 woordenschat
• H1 taalverzorging: persoonsvorm, onderwerp en gezegde

Kun je de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden?

Schrijf op hoe je de betekenis van een onbekend woord in de tekst kunt vinden. Schrijf alles op wat we deze les hebben geoefend. Begin met je naam. Je mag je (online) boek gebruiken.

Klaar? Controleer of je 5 manieren hebt. Is de timer afgelopen? 

Leg je papiertje voorin op de tafel en pak je spullen.