Woordenschat "Zeebenen"

zeebenen
1 / 13
suivant
Slide 1: Carte mentale
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

zeebenen

Slide 1 - Carte mentale

Wat betekent "aan dek"?

A
Binnen in het schip.
B
Aan land zijn.
C
De richting bepalen.
D
Buiten op de vloer van een schip.

Slide 2 - Quiz

Wat is een "passagier"?
A
Iemand die reist in een auto, trein of schip.
B
Iemand die een schip, auto of trein bestuurt.
C
Iemand die staat te wachten op iemand.
D
Iemand die graag thuis is.

Slide 3 - Quiz

het zeiljacht
de veerboot

Slide 4 - Question de remorquage

het passagiersschip
de sleepboot
het vrachtschip

Slide 5 - Question de remorquage

Wat is op deze foto afgebeeld?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe noem je een groep schepen bij elkaar?

Slide 7 - Question ouverte

Wat betekent "de bemanning"?
A
Alle mannen bij elkaar.
B
De mensen die aan wal werken?
C
De mensen die op een schip werken.
D
De mensen die met de boot op vakantie gaan.

Slide 8 - Quiz

Wat betekent tragisch?
A
Heel erg en droevig, maar niemand kan er iets aan doen.
B
Heel erg en droevig, maar het is iemand zijn/ haar eigen schuld.
C
Heel vrolijk en blij en anderen worden er ook vrolijk van.
D
Heel boos of chagrijnig zijn.

Slide 9 - Quiz

1
2
3
natte cel
kajuit
kombuis

Slide 10 - Question de remorquage

stuurboord
bakboord
rechts
links

Slide 11 - Question de remorquage

Het woord heeft 4 letters.
Je kunt erin slapen. Soms zit er een vogeltje in of een hamster.

Slide 12 - Question ouverte

Het woord heeft 6 letters.
De mannen en vrouwen werken op zee.
Ze dragen een uniform en zijn lang van huis.

Slide 13 - Question ouverte