Eindpoëzie

Theorie poëzie 
In de herhaling 2.0
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Theorie poëzie 
In de herhaling 2.0

Slide 1 - Diapositive

Noem 2 verschillen tussen proza en poëzie.
timer
1:00

Slide 2 - Question ouverte

Zet in goede volgorde van kort naar lang:
A
terzet, kwintet, sextet, octet
B
terzet, distichon, kwatrijn, octaaf
C
distichon, terzet, kwatrijn, sextet
D
distichon, sextet, octaaf, kwatrijn

Slide 3 - Quiz

Daar gaat een haar
Vliegend door de wolk
nee dat is niet raar
maar het kan pijn doen als een dolk
A
gepaard rijm
B
omarmend rijm
C
slagrijm
D
gekruist rijm

Slide 4 - Quiz

Wat is een versregel?
A
Een versje
B
Een regel van 2 zinnen
C
Een regel
D
Een zin

Slide 5 - Quiz

Een klassiek sonnet heeft altijd:
A
eerst 2 kwatrijnen en dan 2 terzetten
B
14 versregels met elk 5 jambes
C
een wending op inhoud
D
een sextet en een octet

Slide 6 - Quiz

Welke is de alliteratie?
A
Ik hoor de bloemen bloeien
B
De vriendelijke vrouwen vervreemdden
C
Rustige roep van de fazant
D
... gleden twee smalle witte eenden

Slide 7 - Quiz

Wat is een strofe
A
Een aantal versregels
B
De alinea van de poezie
C
Minimaal 3 versregels, oftewel terzet
D
Het witte stukje tussen versregels

Slide 8 - Quiz

Waar is sprake van assonantie?
A
Dingen die langer duren
B
maar ook ik ben niet eeuwig
C
als een doodsbed verlaten
D
voor het laatst daalt de avond

Slide 9 - Quiz

Vergelijking (met als)
Personificatie
Synesthesie
Metafoor
Metonymia
Die zoon van jou wordt een boom van een vent.

Slide 10 - Question de remorquage

Vergelijking (met als)
Personificatie
Synesthesie
Metafoor
Metonymia
Zo te zien heeft die tomaat hard gesport.

Slide 11 - Question de remorquage

Vergelijking (met als)
Personificatie
Synesthesie
Metafoor
Metonymia
Als het vriest, bind ik mijn ijzers onder.

Slide 12 - Question de remorquage

Vergelijking (met als)
Personificatie
Synesthesie
Metafoor
Metonymia
Mijn hart maakte drie sprongetjes van blijdschap.

Slide 13 - Question de remorquage

Vergelijking (met als)
Personificatie
Synesthesie
Metafoor
Metonymia
Die beer was te groot om van de glijbaan te gaan.

Slide 14 - Question de remorquage

Vergelijking (met als)
Personificatie
Synesthesie
Metafoor
Metonymia
Het viergangen-menu biedt een kleurig palet aan smaken.

Slide 15 - Question de remorquage

Vergelijking (met als)
Personificatie
Synesthesie
Metafoor
Metonymia
Hij vroeg de ouders de hand van hun dochter.

Slide 16 - Question de remorquage

Eufemisme
Understatement
Ironie
Repetitio
Pleonasme
Tautologie
Antithese
Paradox
Hyperbool
Wij hebben onze kat moeten laten inslapen.

Slide 17 - Question de remorquage

Eufemisme
Understatement
Ironie
Repetitio
Pleonasme
Tautologie
Antithese
Paradox
Hyperbool
De boerderij lag eenzaam en verlaten tussen de korenvelden.

Slide 18 - Question de remorquage

Eufemisme
Understatement
Ironie
Repetitio
Pleonasme
Tautologie
Antithese
Paradox
Hyperbool
Rijkdom betekent vaak armoede.

Slide 19 - Question de remorquage

Eufemisme
Understatement
Ironie
Repetitio
Pleonasme
Tautologie
Antithese
Paradox
Hyperbool
Oudere zus tegen broertje: 'Nu maak je toch wel een heel slimme opmerking!'

Slide 20 - Question de remorquage

Eufemisme
Understatement
Ironie
Repetitio
Pleonasme
Tautologie
Antithese
Paradox
Hyperbool
In Nederland regent het 29 van de 30 dagen.

Slide 21 - Question de remorquage

Eufemisme
Understatement
Ironie
Repetitio
Pleonasme
Tautologie
Antithese
Paradox
Hyperbool
'Nee, nee, nee', siste de moeder boos.

Slide 22 - Question de remorquage

Eufemisme
Understatement
Ironie
Repetitio
Pleonasme
Tautologie
Antithese
Paradox
Hyperbool
Zahraa genoot van haar geslaagde succes.

Slide 23 - Question de remorquage

In de file

Slide 24 - Diapositive

Eufemisme
Understatement
Ironie
Repetitio
Pleonasme
Tautologie
Antithese
Paradox
Hyperbool
Het voetbalfeest in Liverpool is een beetje uit de hand gelopen: 95 doden.

Slide 25 - Question de remorquage

'Heb jij de nieuwste Spielberg al gezien?' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymie
C
metafoor
D
personificatie

Slide 26 - Quiz

'Zij is net een nachtegaal.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymie
C
metafoor
D
personificatie

Slide 27 - Quiz

'De wind huilt door de bomen.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymie
D
vergelijking

Slide 28 - Quiz

'We brachten drie flessen mee naar het feestje.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 29 - Quiz

'De golven aaien de zwemmers'. Welke vorm van beeldspraak is dit?

A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 30 - Quiz

'Die engel heeft een grote pan soep gemaakt'. Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 31 - Quiz

'Mijn buurman, een boom van een vent kan zo die muur slopen'. Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 32 - Quiz

Bertus Aafjes – De laatste brief

De wereld scheen vol lichtere geluiden
en een soldaat sliep op zijn overjas.
Hij droomde lachend dat het vrede was
omdat er in zijn droom een klok ging luiden.

Er viel een vogel die geen vogel was
niet ver van hem tussen de warme kruiden.
En hij werd niet meer wakker want het gras
werd rood, een ieder weet wat dat beduidde.




Het regende en woei. Toen herbegon
achter de grijze lijn der horizon
het bulderen – goedmoedig- der kanonnen.

Maar uit zijn jas, terwijl hij liggen bleef,
bevrijdde zich het laatste wat hij schreef:
liefste de oorlog is nog niet begonnen.

(uit: Het gevecht met de muze. Verzamelde gedichten, Amsterdam, Meulenhoff, 1974; oorspr. uit Het gevecht met de muze, 1940)

Slide 33 - Diapositive

Wat kun je zeggen over de opbouw ?

Slide 34 - Question ouverte

Welke vormen van eindrijm zie je? Hoe noem je deze?

Slide 35 - Question ouverte

Goed opgelet?
Geef in de volgende quizvragen aan welk stijlfiguur erbij hoort.

Slide 36 - Diapositive

Een deel van het personeel zal moeten AFVLOEIEN.
A
overdrijving
B
understatement
C
eufemisme

Slide 37 - Quiz

Ik sta hier al EEUWEN op je te wachten!
A
Overdrijving
B
Understatement
C
Eufemisme

Slide 38 - Quiz

Moet ik het nu VOOR DE DUIZENDSTE KEER zeggen? Deur achter je dicht!
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 39 - Quiz

Ik heb je al duizend keer gezegd niet zo te overdrijven
A
Climax
B
Hyperbool
C
Paradox
D
Understatement

Slide 40 - Quiz

Kan er ooit iets goeds uit Drachten voortkomen?
A
Litotes
B
Hyperbool
C
Stroman
D
Retorische vraag

Slide 41 - Quiz

Hij kwam, zag en overwon
A
Drieslag
B
Enumeratio
C
Climax
D
Tautologie

Slide 42 - Quiz

Het is hier een dolle boel en een gekkenhuis
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Anafoor
D
Repetitio

Slide 43 - Quiz

Lionel Messi verdient 5,5 miljoen per jaar. Dat is een aardig inkomentje.
A
Eufemisme
B
Understatement

Slide 44 - Quiz

Mijn neefje wil piloot worden, terwijl het toch niet zo'n hoogvlieger is op school

Slide 45 - Question ouverte