Thema 7 les 1e Schoonmaakwerk

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Beginnen (vertaal in het Engels)

1. begin
2. let's go!
3. stop
4. start

Mevrouw (vertaal in het Engels)

1. Mrs
2. Women
3. Men
4. Mr

Een vraag stellen (vertaal in het Engels)

1. ??
2. ask a question
3. What?
4. Ask me

Trui (vertaal in het Engels)

1. sweater
2. jacket
3. clothes
4. sweets

Materiaalwagen (vertaal in het Engels)

1. cleaners
2. broom
3. cleaning cart
4. backpack

Een beetje (vertaal in het Engels)

1. a few
2. a little
3. money
4. not much

Werken, werk (vertaal in het Engels)

1. let's go!
2. homework
3. work
4. working

Vroeg (vertaal in het Engels)

1. early
2. 6 o'clock
3. morning
4. evening

Kar (vertaal in het Engels)

1. car
2. auto
3. kart
4. cart

Zo snel als (vertaal in het Engels)

1. as fast as
2. go fast
3. Max Verstappen
4. very fast

Zulke (vertaal in het Engels)

1. sulke
2. such
3. such as
4. :-)

Schoonmaakdoeken(vertaal in het Engels)

1. cleaning cart
2. let's clean
3. clean clothes
4. cleaning cloths

Had (vertaal in het Engels)

1. gehad
2. got
3. had
4. I had it