De leerlingen worden steeds beter in het contextualiseren als:
- ze kunnen vertellen wat contextualiseren inhoudt.
- ze kunnen vertellen waarom contextualiseren belangrijk is.
- ze de stappen die horen bij het contextualiseren kunnen benoemen.
- ze oefenen met de stappen bij opdrachten in de les.
- ze met die stappen een beknopte context construeren door hiermee te oefenen in de les.
De leerlingen worden steeds beter in het beschrijven van de relatie tussen China en de Sovjet-Unie als:
- ze kunnen vertellen welke kenmerkende gebeurtenissen er waren tijdens de Koude Oorlog
- ze die kenmerkende gebeurtenissen gebruiken bij opdrachten in de les.
- ze door met bronnen te oefenen en dit met de docent door te nemen kunnen vertellen waarom de relatie tussen China en de Sovjet-Unie veranderde.