6.1

Welkom 3 mavo!
6.1 Produceren maar!
Economie
Pincode

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom 3 mavo!
6.1 Produceren maar!
Economie
Pincode

Slide 1 - Diapositive

Programma
- Welkom
- Opener
- Leerdoelen
- Theorie
- Aan de slag
- Afsluiter

Slide 2 - Diapositive

Opener
- Waar moet je als ondernemer opletten met het maken van producten?

- Wat wil je als doel van ondernemer? Hoe ga je dat volbrengen

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
In deze presentatie leer je

 
  • wat productiefactoren zijn
  • wat het verband is tussen toegevoegde waarde en de inkomens
  • hoe elk bedrijf in een bedrijfskolom waarde toevoegt
  • het verschil tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren
  • hoe je afschrijving berekent

Slide 4 - Diapositive

Productiefactoren
Productiefactoren= Middelen die je nodig hebt als je iets gaat produceren.


kapitaal       ondernemer
                       schap
Natuur          arbeid

Slide 5 - Diapositive

Beloningen voor productiefactoren
Pacht



Loon
Winst



Rente of huur

Slide 6 - Diapositive

Waarde toevoegen
Door iets te produceren maar je het steeds meer het product waardevoller. 


Slide 7 - Diapositive

Bedrijfskolom
Alle bedrijven die aan een product meewerken, vormen samen een bedrijfskolom.

Elk bedrijf bewerkt het product en voegt er zo waarde aan toe.


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Produceren: mens of machine?
Arbeidsintensieve productie:
 naar verhouding wordt meer met mensen geproduceerd dan met machines.

Kapitaalintensieve productie:
 naar verhouding wordt meer met machines (kapitaalgoederen) geproduceerd dan met mensen.




Slide 10 - Diapositive

Afschrijvingskosten
Een machine, vrachtwagen of een gebouw wordt in de loop van de tijd minder waard.

Afschrijving = de waardevermindering per jaar.

(Aanschafprijs - restwaarde) : aantal gebruiksjaren =Afschrijvingskosten per jaar

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld
Jan koopt voor 28.500 een nieuwe machine.  De machine gaat vijf jaar mee. Je verwacht hem nog te kunnen verkopen bij restwaarde van 5000 euro. 
Bereken de afschrijving per jaar

(Aanschafprijs - restwaarde) : aantal gebruiksjaren =Afschrijvingskosten per jaar

(28500- 5000): 5= 4700 euro per jaar afgeschreven

Slide 12 - Diapositive

Ga aan de slag
Opdrachten van 6.1 = 2,3,4,6,7,9,12 en 13
  • Klaar? Herhalingsopdrachten van 6.1 / rekenen met afschrijvingskosten!
Zelfstandig werken
  • Vragen? ik loop rond, anders check de tekstbronnen in je boek
  • Laatste 5 minuten afsluiter

Slide 13 - Diapositive

Afsluiter
Welke productiefactoren zijn er?
Wat is een bedrijfskolom?
Wat is toegevoegde waarde? 
Verschil tussen arbeids- en kapitaalintensief? 
Berekening van afschrijving

Slide 14 - Diapositive