1 T/H H3 Woordenschat les 1

cursus werkwoordspelling afronden
Ik leer de derde woordraadstrategie: het zoeken naar een voorbeeld
Ik weet wat het nieuwe woord van de week betekent
Woord van de week: door Lisa
Een voorbeeld zoeken
Nederlands
H3 Woordenschat
Maken opdr. 2 en 3--> huiswerk als je het niet af hebt
Hebben we het doel behaald?
Afmaken opdr. 2, 3, en 4
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute VTLeerroute 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

cursus werkwoordspelling afronden
Ik leer de derde woordraadstrategie: het zoeken naar een voorbeeld
Ik weet wat het nieuwe woord van de week betekent
Woord van de week: door Lisa
Een voorbeeld zoeken
Nederlands
H3 Woordenschat
Maken opdr. 2 en 3--> huiswerk als je het niet af hebt
Hebben we het doel behaald?
Afmaken opdr. 2, 3, en 4

Slide 1 - Diapositive

Cursus werkwoordspelling
Iemand nog vragen hierover? Info staat op SOM hoe je je voor kunt bereiden. 

Morgen studiedag --> slim als je met het leren van de toets aan de slag gaat! En met het lezen in je leesboek

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Ik leer de derde woordraadstrategie: het zoeken naar een voorbeeld
Ik weet wat het nieuwe woord van de week betekent

Slide 3 - Diapositive

Woord van de week

1. betekenis
2. zin maken

Slide 4 - Diapositive

Wat is ook alweer een woordraadstrategie?

Slide 5 - Question ouverte

Woordraadstrategie
  • Als je de betekenis van een woord niet kent, dan kun je op verschillende manieren de betekenis 'raden'.
  • Eerder gehad:

- synoniem

- omschrijving

Slide 6 - Diapositive

Een voorbeeld zoeken
  • Ken je de betekenis van een woord niet?


  • Kijk in de tekst of er voorbeelden worden genoemd.


Slide 7 - Diapositive

Kijk maar eens naar deze zin:


Op het verjaardagsfeest van mijn nicht kregen we allerlei Franse delicatessen, zoals petitfours en meringues (schuimgebakjes).


Van welk woord ken je nu de betekenis?

Welk woord geeft dit aan?

Slide 8 - Diapositive

Zo zoek je een voorbeeld
  1. Kijk of er in dezelfde zin voorbeelden genoemd worden. Voorbeelden staan soms tussen haakjes, komma's of strepen.
  2. Na de volgende woorden worden vaak voorbeelden genoemd: als, zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van.
  3. Na een dubbele punt (:) vind je soms ook voorbeelden

Slide 9 - Diapositive

even oefenen
Aan welke woord(en) kun je zien dat er een voorbeeld komt?

Slide 10 - Diapositive

De meeste synoniemen, zoals de woorden "patat" en "frites", zijn niet zo lastig te benoemen.

Slide 11 - Question ouverte

De meeste gerechten, denk aan een vleespastei en een stoofpot, worden met de handen gegeten.

Slide 12 - Question ouverte

even oefenen

Waarvan wordt een voorbeeld genoemd?

(dus niet het voorbeeld zelf noemen!)

Slide 13 - Diapositive

Tijdens het concert is opnameapparatuur, zoals camera's en telefoons, verboden.

Slide 14 - Question ouverte

In ontwikkelingslanden zoals Congo, Malawi en Nepal heerst veel armoede

Slide 15 - Question ouverte

Op nationale feestdagen, zoals Koningsdag en Bevrijdingsdag, hangen veel mensen de vlag uit.

Slide 16 - Question ouverte

Via internet kun je heel wat feestartikelen kopen: feesthoedjes, ballonnen, slingers en confetti.

Slide 17 - Question ouverte

Aan het werk


blz. 80-81

Woordenschat H3

Opdracht 2 en 3


Klaar? Werk laten zien en nakijken met nakijkboek


timer
10:00

Slide 18 - Diapositive

Lesdoel
Ik leer de vierde woordraadstrategie: het zoeken naar een voorbeeld
Ik weet wat het nieuwe woord van de week betekent

Slide 19 - Diapositive

Dit is geen woordraadstrategie:
A
synoniem zoeken
B
omschrijving zoeken
C
vooruit lezen
D
voorbeelden zoeken

Slide 20 - Quiz

Wat is wel een woordraadstrategie?
A
woordenboek opzoeken
B
synoniem zoeken in de tekst
C
teruglezen
D
op google zoeken

Slide 21 - Quiz

Aan welke woorden kun je zien dat er een voorbeeld volgt?
A
zoals, bijvoorbeeld, want
B
bijvoorbeeld, denk aan, zoals
C
als, omdat, bijvoorbeeld

Slide 22 - Quiz

Wat vind je nog lastig?

Slide 23 - Question ouverte