Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Contracten en reglementen
Slide 1 - Diapositive
Wat is een contract?
Een overeenkomst waarbij een persoon tegenover een ander een verbintenis aangaat om iets te geven, iets te doen of iets niet te doen
bv een huwelijkscontract, huurcontract, verzekeringscontract, koopcontract, schenking
Slide 2 - Diapositive
geldigheidsvoorwaarden
wilsovereenstemming: toestemming van beide partijen
handelingsbekwaamheid: iedereen tenzij door de wet anders bepaald
een rechtsgeldig voorwerp: wat willen de partijen bereiken? bepaalbaar/mogelijk/geoorloofd
een geoorloofd doel
Slide 3 - Diapositive
Een contract is niet geldig wanneer er sprake is van dwaling want in dit geval is er geen....
A
handelingsbekwaamheid
B
wilsovereenstemming
C
geoorloofd doel
D
rechtsgeldig voorwerp
Slide 4 - Quiz
Ben jij handelingsbekwaam?
Slide 5 - Question ouverte
Om geldig te zijn moet een contract een rechtsgeldig voorwerp hebben. Welke voorwaarde klopt niet?
A
voorwerp moet toegestaan zijn
B
voorwerp moet bepaald zijn
C
voorwerp moet mogelijk zijn
D
voorwerp moet concreet zijn
Slide 6 - Quiz
de arbeidsovereenkomst
Is een contract tussen werkgever en werknemer, waarbij de werknemer zich tegenover de werkgever verbindt om tegen loon en onder gezag van de werkgever arbeid te verrichten
Slide 7 - Diapositive
Het arbeidsreglement
verzamelt de rechten en plichten van werkgever en werknemer
praktische vertaling van afspraken die in de arbeidsovereenkomst staan
elke werknemer moet het krijgen en tekenen voor ontvangst
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een arbeidscontract en een arbeidsreglement?