Chocolade

Chocolade Quiz
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Chocolade Quiz

Slide 1 - Diapositive

Ik word zo blij van chocola-la-la!
Wist je dat... 

Van chocolade word je letterlijk vrolijk.

Tot 150 jaar geleden bestonden er geen chocoladerepen en werd cacao enkel gedronken.




Slide 2 - Diapositive

Wist je dat...
Melkchocolade is de meest geconsumeerde chocoladesoort ter wereld.

Belgische chocolade heeft een hoger cacaogehalte dan het Europese gemiddelde.

Hoe puurder de chocolade, hoe langer je hem kan bewaren.

Slide 3 - Diapositive

Wist je dat...
Roald Dahl zelfs een verhaal heeft geschreven over chocolade?

Krijg je nu wel of geen puistjes van het eten van chocolade?

In 2001 werd de meest waardevolle chocoladereep in de geschiedenis verkocht. Hoeveel denk je dat die heeft gekost?  



Slide 4 - Diapositive

Waar wordt chocolade van gemaakt?
A
Koffiebonen
B
Sperziebonen
C
Cacaobonen

Slide 5 - Quiz

Aan welke boom groeit de cacaoboon?
A
Notenboom
B
Bonenboom
C
Chocoladeboom
D
Cacaoboom

Slide 6 - Quiz

Waar groeien cacaobonen?
A
Afrika en Zuid-Amerika
B
Europa en Azië
C
Europa en Noord-Amerika

Slide 7 - Quiz

Hoeveel weegt een cacaoboon?
A
75 gram
B
1 gram
C
1 kilo
D
50 gram

Slide 8 - Quiz

Uit welk land komt chocola oorspronkelijk?
A
IJsland
B
Mexico
C
Duitsland
D
Nederland

Slide 9 - Quiz

Waar wordt het meeste chocolade gegeten?
A
Afrika
B
Zuid-Amerika
C
Europa

Slide 10 - Quiz

Hoeveel chocolade eet de gemiddelde Belg per jaar?
A
6 kg
B
8 kg
C
10 kg

Slide 11 - Quiz

Waar staat de grootste chocoladefabriek ter wereld?
A
Amerika
B
België
C
Zwitserland

Slide 12 - Quiz

Hoeveel procent van alle cacaobonen komen uit West-Afrika?
A
25%
B
50%
C
75%

Slide 13 - Quiz

Uit welk land komen de meeste cacaobonen?
A
Congo
B
Ghana
C
Ivoorkust

Slide 14 - Quiz

Hoeveel geld verdient een cacaoboer in Ivoorkust per dag?
A
ongeveer 1,5€ = 2$
B
ongeveer 0,35€ = 0,5$
C
ongeveer 0,75€ = 1$

Slide 15 - Quiz

Wanneer is de Internationale Dag van de Chocolade
A
1 september
B
13 september
C
21 september

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

What do the buckets eat for supper?
A
potato soup
B
carrot soup
C
pea soup
D
cabbage soup

Slide 19 - Quiz

True or false? Charlie lives with his four grandparents.
A
true
B
false

Slide 20 - Quiz

Charlie's family is rich.
A
true
B
false

Slide 21 - Quiz

Charlie's grandparents sleep in the same bed.
A
true
B
false

Slide 22 - Quiz

Charlie wins the first golden ticket.
A
true
B
false

Slide 23 - Quiz

Grandpa Joe worked in the chocolate factory when he was younger.
A
true
B
false

Slide 24 - Quiz

Violet likes playing video games.
A
true
B
false

Slide 25 - Quiz

Charlie finds money and buys a Wonka bar.
A
true
B
false

Slide 26 - Quiz

Roald Dahl wrote the story for Charlie and the Chocolate factory.
A
true
B
false

Slide 27 - Quiz

Mike Teavee loves gaming.
A
true
B
false

Slide 28 - Quiz

Veruca Salt loves chewing gum.
A
true
B
false

Slide 29 - Quiz

Where does Mr Bucket work?

Slide 30 - Question ouverte

Because cocoa beans are rare in Loompaland, what do the Ooompa Loompas have to eat?
A
Mashed green caterpillars
B
Whipped cream
C
Cabbage soup

Slide 31 - Quiz

What turns Violet purple?
A
She falls into a vat of grape juice
B
A stick of gum
C
She holds her breath too long

Slide 32 - Quiz

There are two words Willy Wonka can't seem to say. What are they?
A
dental and floss
B
mom and dad
C
fruits and vegetables

Slide 33 - Quiz

What's Mike's last name?
A
Teavee
B
Skywalker
C
Pacman

Slide 34 - Quiz

What was Willy Wonka's father's job?
A
candy maker
B
bus driver
C
dentist
D
teacher

Slide 35 - Quiz

What animal did Veruca Salt want to take home from the factory?
A
pony
B
squirrel
C
rabbit

Slide 36 - Quiz

Would you like to work in a chocolate factory?
A
yes
B
no

Slide 37 - Quiz