onderzoek thema 1

Welkom bij biologie

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom bij biologie

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk bespreken






Slide 3 - Diapositive

je binnenste: jouw lichaam

Lichaam ( sportclub)

Organenstelsel (team)

Organen (speler; bijv verdediger)

- Weefsel ( sportkleding)

- Cellen ( sportsokken)


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Tekenen

2 manieren.


Slide 6 - Diapositive

Schematische tekening

Slide 7 - Diapositive

Natuurgetrouwe tekening

Slide 8 - Diapositive

Doorsneden

Slide 9 - Diapositive

dwarsdoorsnede
Lengtedoorsnede

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Leerdoel van deze les
Aan het einde van deze les kan je:
  • omschrijven wat biologie is
  • kan je onderscheiden wat levend, dood en levenloos is
  • kan je omschrijven wat biologie is
  • kan je onderscheiden wat levend, dood en levenloos is

Slide 12 - Diapositive

Wat betekent biologie?
Bio  logie?
Bios = leven / logos = leer of wetenschap
 De leer van het leven


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Diapositive

Ezelsbruggetje nodig?
Als Vincent Uitgaat Wordt Vader Goed Bezorgd
Waarnemen is ruiken,voelen,proeven en horen

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

levenloos
1
dood
2
levend
3
levenloos
4
dood
5
dood
7
levend
8
levend
6
levenloos
9

Slide 20 - Diapositive

Noem de 7 levensverschijnselen

Slide 21 - Question ouverte

hoofdthema's in de biologie

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Welkom bij biologie!

Slide 24 - Diapositive

Benodigdheden
  • Pen
  • (Schrift)
  • Potlood/ gum/ geodriehoek
  • Rekenmachine
  • Schaar
  • Lijm
  • Handboek/ device
  • Kleurpotloden/stiften

Slide 25 - Diapositive

Ik kan het beste:
A
Eerst lezen en dan mijn opdrachten maken.
B
Eerst mijn opdrachten maken en dan lezen.
C
De hele les kletsen en alles thuis doen.
D
Als ik iets niet snap heel stil blijven.

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Wat is de sterkste spier in het menselijk lichaam?
A
Kauwspier
B
Rugspier
C
Biceps (=armspier)
D
Dijspier (=bovenbeenspier)

Slide 29 - Quiz

Hoe lang duurt het voor dat een bloedcel een reis heeft gemaakt door het HELE lichaam?
A
60 seconden
B
10 minuten
C
1 uur
D
1 dag

Slide 30 - Quiz

Het lichaam van een brugklasser van 40 kg bevat .... liter water
A
10 liter
B
18 liter
C
28 liter
D
32 liter

Slide 31 - Quiz

Hoeveel haren heeft een gemiddelde mens op zijn hoofd
A
2000 - 4000
B
20.000 -40.000
C
40.000 - 60.000
D
80.000 - 150.000

Slide 32 - Quiz

Hoeveel groeit een haar in één week?
A
1 mm
B
1,6 mm
C
2,1 mm
D
3,6 mm

Slide 33 - Quiz

Hoeveel groeit een nagel in één week?
A
0,1 mm
B
0,5 mm
C
0,7 mm
D
1,0 mm

Slide 34 - Quiz

Je hebt een broodje gegeten. Hoe lang duurt het voor dat je de resten kunt uitpoepen?
A
12 uur
B
15 uur
C
24 uur
D
36 uur

Slide 35 - Quiz

Skelet
Uit hoeveel botten bestaat jouw skelet?
A
106
B
206
C
176
D
236

Slide 36 - Quiz