les 2

• Nederlands
• HBO
• MBO
• Studiejaar 2

extra lessen lezen

• start
• doel
• oefenen
• huiswerk

wat gaan we doen:

samen oefenen

huiswerkopdrachten

theorie bespreken 

4 lessen + 20 juni toets 

wat weet je nog van vorige week?

welke vier doelen kan een tekst hebben?

Zet de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.

Tekstdoel Informeren

Tekstdoel Overtuigen

Tekstdoel Amuseren

Tekstdoel activeren

Tekstdoel instrueren

Een nieuwsbericht over een schietpartij.

Recensie over mijn gelezen boek

Een mop in een tijdschrift

Een oproep op een website om te gaan protesteren. 

Artikel op een website warin iemand zijn mening geeft over een vuurwerkverbod.

Spelhandleiding hoe je 'Yahtzee' moet spelen.

samen lezen tekst 

* verkennen

* zelf nadenken: onderwerp, hoofdgedachte, doel, publiek.

* Helder beeld van opbouw? 

*vragen op telefoon. 

wat kun je zeggen over de titel van de tekst?

1. het is een feit
2. het is een mening
3. het is objectief
4. het is subjectief

wat is het onderwerp van deze tekst?

1. rashonden
2. fokbeleid rashonden
3. freakshows
4. misvormde honden

wat voor soort tekst is dit?

1. nieuwsbericht
2. ingezonden brief
3. betoog
4. tekst uit een voorlichtingsfolder

In alinea 1 staat een opsomming. Uit hoveel delen bestaat die opsomming?

1. twee
2. drie
3. vier
4. vijf

Waarvan geeft alinea 1 een opsomming?

1. argumenten
2. voorbeelden
3. gevolgen
4. oorzaken

waarvan zijn het voorbeelden?

waarom staat er een uitroepteken achter de laatste zin van alinea 6?

In alinea 6 staat dat de sector flink geld verdient aan de rasdierfokkerij. Is dit een argument?

1. Nee, het is een op zichzelfstaande constatering
2. ja, voor het standpunt dat de sector nooit zelf de problemen aan gaat pakken
3. ja, voor het standpunt dat de sector alle belang heeft bij het aanpakken van de problemen

wat is het deelondewerp van alinea 8?

1. zelfregulering
2. inteelt
3. slechte organisatiegraad van de dierenfokkerij
4. de erfelijkheidsproblematiek

stel het doel is overtuigen en dit is een betoog. waar zet de schrijver dan zijn/haar mening?

waar begint het slot van de tekst?

1. bij alinea 8
2. halverwege alinea 8
3. bij alinea 9

De hoofdgedachte van een betoog is de mening van de schrijver. Wat is de mening van de schrijver? (maak een volle zin)

Huiswerk

zie teams - opdrachten. Werk met de leescoach. 

Leeskilometers maken!