Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
§1.2 Spanningen in de wereld
Slide 1 - Diapositive
Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 3 t/m 14 van §1.2
Slide 2 - Diapositive
Noem twee belangrijke verschillen tussen de Europese samenleving rond 1820 en die rond 1920
Slide 3 - Question ouverte
Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Wat de machtsverhoudingen zijn in Europa rond 1900
- Wat het verband is tussen het nationalisme en de situatie op de Balkan rond 1900
- Waarom de Russisch-Japanse oorlog belangrijk is
- Waarom er een systeem van bondgenootschapen is in Europa
Slide 4 - Diapositive
Bekijk de kaart van Europa in 1914. Benoem de verschillen met Europa vandaag de dag.
Slide 5 - Question ouverte
Filmpje
Nationalisme
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Spanningen in Europa
Rond 1900 zijn er 3 oorzaken van grote spanningen:
Nationalisme
Mensen in Europa zijn trots op hun land. Sterker nog, ze vinden zichzelf beter dan andere landen. Dit willen ze graag bewijzen.
Modern imperialisme
Europese landen veroveren gebieden in Afrika. Dit zorgt voor grondstoffen en een afzetmarkt. Om controle in deze gebieden ontstaan vaak conflicten.
Duitsland
Na de oorlog met Frankrijk (1871) wordt Duitsland één land. Dit keizerrijk bezet gelijk Elzas-Lotharingen (Frans gebied). Ook bedreigt Duitsland Groot-Brittannië door nieuwe koloniën in Afrika te stichten.
Slide 8 - Diapositive
Wapenwedloop
Frankrijk en Groot-Brittannië zien hun macht bedreigd worden
Duitsland wil juist zijn macht verstevigen
Landen gaan zich voorbereiden op een mogelijk conflict
Zij maken zoveel mogelijk wapens, om de vijand af te schrikken
Slide 9 - Diapositive
De Balkan
Eeuwenlang hoort de Balkan tot het Ottomaanse Rijk
De Ottomaanse overheersing wordt echter steeds zwakker
Door het nationalisme willen Balkanlanden zelfstandig zijn
Het Ottomaanse Rijk kan de opstanden niet onderdrukken
Slide 10 - Diapositive
Invloed op de Balkan
Rusland en Oostenrijk-Hongarije profiteren van de onrust
Zij steunen opstanden en veroveren zelf stukken land
Zo komt Bosnië in handen van Oostenrijk-Hongarije
Servië (gesteund door Rusland) vindt dat het bij Servië hoort
Slide 11 - Diapositive
Rusland en Japan
In Azië azen Rusland en Japan op Korea en Mantsjoerije
Deze gebieden bevatten veel grondstoffen
Japan valt in 1904 Rusland aan en wint de strijd
Voor het eerst verslaat een Aziatisch land een Europees land
Slide 12 - Diapositive
Bondgenootschappen
Door de spanningen komt een oorlog steeds dichterbij
Uit bescherming sluiten landen bondgenootschappen
Een klein conflict kan zo een grote oorlog worden
De Centralen
De Geallieerden
Duitsland
Oostenrijk-Hongarije
Ottomaanse Rijk
Groot-Brittannië
Frankrijk
Rusland
Slide 13 - Diapositive
Alleen vechten was misschien niet zo'n goed idee. Daarom waren landen bondgenoten van elkaar geworden. Er waren twee bondgenootschappen: de Geallieerden (rood in de kaart) en de Centralen (blauw in de kaart).
Bekijk de kaart en sleep de vlaggen naar de juiste plek. Was een land neutraal? Sleep de vlag dan naar het groene vak. Klik op de vlag om de naam van het land te zien.
Neutraal
Centralen
Geallieerden
Frankrijk
Duitsland
Rusland
Verenigde Staten
Oostenrijk-Hongarije
Nederland
Groot-Brittannië
Ottomaanse Rijk
Slide 14 - Question de remorquage
Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben