de was doen en strijken, schoonmaken

schoonmaken, de was doen en strijken
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 110 min

Éléments de cette leçon

schoonmaken, de was doen en strijken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
- aangeven wat de schoonmaakregels zijn
- hoe je de was moet doen
- verschillende schoonmaakmaterialen herkennen
- hoe je een overhemd moet strijken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom maak je schoon?

1. Hygiëne: je wilt niet ziek worden.
2. Schoonmaken vergroot de veiligheid: niet struikelen over vuil.
3. Verlenging levensduur van je interieur (meubels en apparatuur).
4. Schone omgeving geeft een prettige sfeer.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schoonmaakmethoden
  1. Droogreinigen 
  2. Klam vochtig reinigen 
  3. Nat reinigen 
  4. Reinigen met microvezeldoek

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schoonmaakregels

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten schoonmaakmiddelen
Soorten schoonmaakmiddelen :
  •  reinigingsmiddelen
  • onderhoudsmiddelen
  • desinfecteermiddelen
  •  vlekoplosmiddelen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Milieubewust schoonmaken
  • natuurlijke schoonmaakmiddelen ( grondstoffen komen uit de natuur)
  • schoonmaakmiddelen die biologisch afbreekbaar zijn ( de natuur kan deze producten opruimen.
  • voorbeelden: groene zeep, schoonmaakazijn, soda

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reinigheidsniveaus
- Ruwschoon: Lage eisen aan schoonmaken. Bijvoorbeeld een berging/garage.
- Huishoudelijk schoon: Zichtbare vuil is weg. Nog wel bacteriën in de ruimte. Bijv. woonkamer.
- Smetschoon: Een ruimte waar zelfs de bacteriën gedood zijn. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schoonmaakmaterialen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schoonmaakmaterialen
Luiwagen
Vloerwisser
Mop
Mopsteel
luiwagen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schoonmaakmaterialen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schoonmaakmaterialen
Zeem
trekker/ wisser
dweil
Ragebol
plumeau/ vederborstel
stofwisser
microvezeldoekje

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaste volgorde

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ergonomie
Ergonomie = verstandig omgaan met je lichaam, letten op een goede houding

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Was sorteren

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Was sorteren
Na het sorteren van de was moet je nog denken aan:

  • Maak alle zakken leeg. (Controleer dus altijd!)
  • Rol opgestroopte mouwen af.
  • Vlekken verwijderen of voorbehandelen.
  • Keer kleding binnenstebuiten, vooral broeken, truien en shirts met opdruk.
  • Doe ritsen en drukknopen dicht en knoop touwtjes samen.
  • Kleding met haakjes, klittenband of een beugel bh kunnen beter in een speciaal waszakje.
  • Was na het was sorteren je handen. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontkalken
In water zit kalk. Dit noemen we de hardheid van het water. 
Apparaten die water verwarmen moeten regelmatig ontkalkt worden. Dit kan met schoonmaakazijn. Denk aan de waterkoker of de wasmachine.  

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hardheid van het water
4-8 = zacht water
8-12 = gemiddeld water
12-18 = vrij hard water
18-30 hard water

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

de wasmachine
De wasmachine

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Textiel verzorgen
De wasmachine

voorwas
wasverzachter
wasmiddel wit/kleur

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schoonmaakmaterialen
Welk schoonmaak materiaal is het en waar gebruik je het voor?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afwasborstel

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stofzuigermond

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mattenklopper

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoffer

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dweil

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spons en doekje

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wassymbolen

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

leer deze uit je hoofd!
gevarensymbolen!
Plaatje betekenis

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar vind je gevarensymbolen?
Gevarensymbolen worden meestal op de verpakking van schoonmaakmiddelen gedrukt, zoals op flessen of spuitbussen.

Slide 40 - Diapositive

Vertel waar studenten gevarensymbolen kunnen vinden en waarom het belangrijk is om ze te herkennen.
Chloor / Dikke bleek
Soort middel: Desinfecterend

Gevarensymbool: 
  • Bijtende stof 
  • Schade milieu 

VEILIGHEID
Kan brandwonden veroorzaken...


Slide 41 - Diapositive

Als je een toilet regelmatig schoonmaakt hoeft dit niet met bleek.