Vouloir + venir

A4 : vouloir & venir
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

A4 : vouloir & venir

Slide 1 - Diapositive

Wat betekenen de ww vouloir & venir?

Slide 2 - Carte mentale

Vouloir (willen)
je veux      ik wil
tu veux     jij wilt
il/elle veut     hij/zij wil
nous voulons    wij willen
vous voulez   u wilt/jullie willen
ils/elles veulent    zij willen

J'ai voulu  ik heb gewild (passé composé) - je voulais  ik wilde (imparfait) - je voudrai  ik zal willen (futur)- je voudrais ik zou willen (conditionnel)

Slide 3 - Diapositive

Venir (komen)
je viens      ik kom
tu viens     jij komt
il/elle vient     hij/zij komt
nous venons    wij komen
vous venez   u wilt/jullie komen
ils/elles viennent    zij komen

Je suis venu(e)  ik ben gekomen (p.c.) - je venais  ik kwam (imparfait) - je viendrai  ik zal komen (futur)- je viendrais ik zou komen (conditionnel)

Slide 4 - Diapositive

Wij zullen komen

Slide 5 - Question ouverte

Hij wilde

Slide 6 - Question ouverte

Zij zouden willen

Slide 7 - Question ouverte

Ik ben gekomen

Slide 8 - Question ouverte

Jullie wilden

Slide 9 - Question ouverte

Jij komt

Slide 10 - Question ouverte

U kwam

Slide 11 - Question ouverte

Men wil

Slide 12 - Question ouverte

Wij zullen komen

Slide 13 - Question ouverte

Ik heb gewild

Slide 14 - Question ouverte