§3.10 Territoriale conflicten

§3.10 Territoriale conflicten
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

§3.10 Territoriale conflicten

Slide 1 - Diapositive

Wat is geen officiële taal in België?
A
Duits
B
Nederlands
C
Frans
D
Luxemburgs

Slide 2 - Quiz

Hoe noemen we het Franstalige deel van België?
A
Vlaanderen
B
Wallonië
C
Fransland
D
Benelux

Slide 3 - Quiz

Uitleg (1)
Soms voelt een bevolkingsgroep zich niet thuis in het land waar ze bij hoort. Ze hebben bijvoorbeeld een sterke regionale identiteit. Soms is dat gevoel zo sterk dat ze een eigen staat willen en zich willen afscheiden. Dat noemen we separatisme. Dat kan leiden tot een territoriaal conflict, een conflict om grondgebied. De separatisten willen een eigen staat op het grondgebied waar ze wonen en de nationale regering wil dat grondgebied natuurlijk niet afstaan. Bijvoorbeeld omdat er waardevolle grondstoffen zitten. Die territoriale conflicten leiden vaak tot gewapende conflicten.

Slide 4 - Diapositive

Uitleg (2)
Ook in West-Europa zijn er territoriale conflicten en in het verleden waren dat ook gewapende conflicten. In §6 hebben we het gehad over Baskenland. Daar was een groep separatisten die met geweld tegen de nationale regering inging. En ook in Noord-Ierland was er een gewapend conflict tussen de katholieken (die aansluiting wilden bij Ierland) en de protestanten (die bij Groot-Brittannië wilden blijven).
Beide regio's zijn nu een stuk rustiger en probeert men met overleg een oplossing te vinden.

Slide 5 - Diapositive

Uitleg (3)
Als er territoriale, gewapende conflicten zijn proberen andere landen een oplossing te vinden. Dat doen ze via de Verenigde Naties. Dat is een organisaties waarvan bijna alle landen lid zijn. Het is in 1945 opgericht om voor vrede en veiligheid te zorgen. Ze proberen te bemiddelen tussen strijdende partijen of met militairen (blauwhelmen) strijdende partijen te scheiden.
Landen of groepen landen kunnen ook sancties opleggen aan landen die in conflict zijn. Dat zijn strafmaatregelen, bijvoorbeeld een handelsverbod zodat het land minder geld verdient.

Slide 6 - Diapositive

Uitleg (4)
De Krim is een voorbeeld van gebied met een gewapend, territoriaal conflict. Het ligt in het zuidoosten van Oekraïne. Er wonen veel Russischsprekende mensen. In 2014 scheidde het zich af van Oekraïne en werd een deel van Rusland. De regering van Oekraïne verzette zich hiertegen en kreeg hierbij steun van de VS en Europa. Er werden sancties opgelegd aan Rusland en Russen.
Het conflict is nog altijd niet opgelost en zelfs verder dan de Krim gegaan, naar Oost-Oekraïne.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Antwoord vraag 1 en 2
1a: Het beeld dat de bewoners hebben van de regio waarin ze wonen.
1b: Een eigen geloof, een eigen taal, een eigen cultuur, eigen gewoonten.
1c: Eigen antwoord.
2a: Separatisme.
2b: In een territoriaal conflict strijden verschillende groepen om
      grondgebied. Als een groep zich wil afscheiden en een eigen staat            wil stichten, kan dit leiden tot een conflict met de andere groepen.

Slide 9 - Diapositive

Antwoord vraag 3 en 4
3a: Er zijn daar geen gewapende conflicten.
3b: Er zijn daar veel gewapende conflicten.
4:   In het Midden-Oosten is veel aardolie. Aardolie is een belangrijke
      grondstof voor de industrie. Grond waar olie in zit is dus belangrijk en        gewild. Dat zou een reden voor een conflict kunnen zijn. Daarnaast 
      leven er verschillende bevolkingsgroepen met verschillende geloven
      naast elkaar. En dat geeft ook soms conflicten.

Slide 10 - Diapositive

Antwoord vraag 5 en 6
5a: Medische zorg bieden, proberen vrede te stichten, bijvoorbeeld door        met de betrokken partijen te praten, voldoende voedsel beschikbaar 
      stellen voor de burgers.
5b: Als de groep een eigen staat krijgt, komt er een landsgrens bij. Als de        groep meer autonomie krijgt, blijven de grenzen hetzelfde.
6a: De VN kunnen sancties opleggen aan dat land, bijvoorbeeld door
      handeldrijven met dat land te verbieden.
6b: De VN bestaan uit heel veel landen. Ze hebben dus veel macht en
      kunnen dus samen een land onder druk zetten.

Slide 11 - Diapositive

Antwoord vraag 7 en 8
7: Het westen is lichter gekleurd dan het oosten. Dit betekent dat in het
    oosten van het land veel mensen wonen die Russisch als eerste taal        hebben. In het westen van het land wonen veel minder mensen met          Russisch als eerste taal.
8: In het oosten van Oekraïne wordt veel Russisch gesproken. Veel van
    deze mensen willen zich aansluiten bij Rusland, omdat dit land beter        bij hun regionale identiteit past dan Europa.

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk
Voor de volgende keer lees en maak je §3.11 'Koerden in Turkije'
De uitwerkingen upload je naar Opdrachten.

Slide 13 - Diapositive