par 4.3 2T

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Herhaling 4.2

Sophie heeft een bloemenzaak. Ze verkoopt deze maand 1.200 boeketten. Haar kosten zijn € 18.240. Aan winst blijft er € 5.760 over.

Bereken de prijs van een boeket:

Sophie heeft een bloemenzaak. Ze verkoopt deze maand 1.200 boeketten. Haar kosten zijn € 18.240. Aan winst blijft er € 5.760 over.

Opbrengsten -Kosten = Winst

Opbrengsten -€18240  = €5760 

Dus de opbrengsten zijn €24000

Een boeket is dus €24000 delen door 1200 = €2,-

Vul het antwoord in bij de volgende slide

Ivar haalt een...............van €..............

schrijf op: winst of verlies en het bedrag zonder €

Wat is GEEN productiefactor

1. Kapitaal
2. Arbeid
3. Natuur
4. zuurstof

UITLEG 4.3

technologische ontwikkelingen

Automatisering

Mechanisatie

Automatisering

Mechanisatie

Machines maken het zware werk van mensen lichter.

Computers en computers sturen de productie aan

Arbeidsproductiviteit

Er worden een 1.000.000 spruitjes gecontroleerd door 50 mensen in 10 uur. Hoeveel spruitjes zijn dit per persoon per uur?

Arbeidsproductiviteit

Is de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd

Deze auto is afgeschreven................

Afschrijving

De waardevermindering van een kapitaalgoed

Welke van de volgende antwoorden is GEEN kapitaalgoed

1. Robot
2. Huis
3. Laptop
4. Graan

Een pizzaoven heeft €2000,- gekost. Hij gaat 5 jaar mee. Hoe hoog is de afschrijving per jaar?

1. 300
2. 350
3. 400
4. 500

Een pizzaoven heeft €2000,- gekost. Hij gaat 5 jaar mee. Hoe veel is de oven nog waard na DRIE jaar?

1. 800
2. 1200
3. 1600
4. 0

Nieuwe kennis van techniek en nieuwe uitvindingen

De hoeveelheid producten die een werknemer in een bepaalde tijd kan maken.

De jaarlijkse waardevermindering van een kapitaalgoed

Technologische ontwikkelingen

Afschrijving

Arbeidsproductiviteit