Spaans les 5 V4 III parte de la carta descripción monumento

Vas a escuchar una canción
Escribe la letra con el número en la hoja
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Vas a escuchar una canción
Escribe la letra con el número en la hoja

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Vas a ver un vídeo
Escribe en holandés en tu cuaderno/hoja 
1. cómo es la naturaleza
2. cómo es la gente
3. cómo son los monumentos

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

¿Cuál es el objetivo de la clase de hoy?

Slide 5 - Diapositive

La clase anterior
Lee con con tu compañero/a de clase las actividades sobre la clase anterior y puedes decir qué actividad  no hicimos en clase.
1. Hicimos un ejercicio con el indefinido.
2. Hablamos sobre el I párrafo de la carta.
3. Escribimos sobre el viaje de ida.
4. Escuchamos una canción sobre Latinoamérica
timer
1:00

Slide 6 - Diapositive

La preparación para la clase de hoy
Aprender:

Las formas del indefinido (zie bijlage en ook het gebruik en signaalwoorden)
Las formas del imperfecto (zie bijlage en ook het gebruik en signaalwoorden)
aprender ser/estar/hay (zie bijlage)
Vocabulario: ciudad, pueblo y campo (NL-SP) reader 3



Slide 7 - Diapositive

El indefinido
Escribe con tu compañero/a de clase en la hoja amarilla todo lo que sabes del indefinido:

1. de uitgangen van de regelmatige vormen
2. wat gebeurt er met de indefinido met werkwoorden  als dormir, pedir, morir?
3. wat de uitgangen  zijn van de indefinidos zoals  estar,  tener, poder, saber, venir, andar.
4. de werkwoorden die helemaal onregelmatig zijn zoals ir, ver, dar, hacer, ser
5. 3 regels wanneer je de indefinido gebruikt
6. 6 signaalwoorden die bij de indefinido horen
timer
5:00

Slide 8 - Diapositive

El indefinido
Escribe en la hoja el indefinido correcto.
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Hay, ser, estar
Habla con tu compañero/a de clase sobre el uso de hay/ser/estar.
Weet je de vormen ook in de indefinido en in de imperfecto? Schrijf ze op
timer
2:00

Slide 10 - Diapositive

Hay, ser, estar
Escribe en el pasado (imperfecto o indefinido)
El año pasado yo 1._______en Costa Rica de vacaciones. Allí 2.______muchos animales  muy hermosos. También la gente 3. _____muy amable. En Costa Rica 4.______comida muy rica sobre todo los postres. 
timer
3:00

Slide 11 - Diapositive

Tu carta
  1. 1a parte: introducción y información del país
  2. 2a parte: el viaje de ida
  3. 3a parte: excursión a un monumento
  4. 4a parte: excursión a un fenómeno natural
  5. 5a parte: el viaje de vuelta
  6. 6a: terminar la carta

Slide 12 - Diapositive

Los errores
1. Salí en el aeropuerto en seis de diciembre (2x)
2. En el avión estuve sentado al lado de Arturo.
3. Viajamos en KLM.
4. Llegamos en el noche.
5. Quedaba dos semanas. 
6. Tenía mucho meriendas.
7. Llegamos en aeropuerto. 
8. Durante el vuelo comé mucho.
9. Había tráfico mucho. 
10. Salimos a la 05:30 a la semana (2x)

Verbeter de fouten:
voorzetsels?
concordantie?
indefinido/imperfecto?
verkeerde tijd?
geslacht van  woorden?
ser/estar/hay?
zinsvolgorde?

Slide 13 - Diapositive

Los errores
11. La comida era suicio, porque eran muchas verduras (2x)
12. Durante el vuelo vi mucho películas.
13. Durante la viaje comí un bocadillo.
14. Durante el vuelo comé un pizza. (2x)
15. Yo era cansado (2x) yo = chica
16. El viaje a Buenos Aires fui bueno.
17. Yo salé en lunes (2x)
18. Las azafatas eran muy calmo. 
19. Arribaba en el campo.
20. Durante el viaje era mucho turbulencia. 
21. No me gusta el comida (2x)
Verbeter de fouten:
voorzetsels?
concordantie?
indefinido/imperfecto?
verkeerde tijd?
geslacht van woorden?
ser/estar/hay?
zinsvolgorde

Slide 14 - Diapositive

Párrafo 1 - introducción
Leg uit waarom je deze brief schrijft 
Waar ben je naar toe gegaan? Waarom daar?
Waar ligt het?
Wat kun je meer vertellen over dat land? (zie jouw Ficha de trabajo)
Met wie ben je daar naar toe gegaan?
Wanneer was je daar?
Hoelang was je daar?
Sla steeds een witregel over, dan kan je daar later verbeteringen opschrijven.
Hulpmiddelen:
woordenboek
aantekeningen

Slide 15 - Diapositive

Párrafo 2 - El viaje de ida a tu país

Vertel over de heenreis in 100 woorden. Verwerk daarin het volgende (indefinido/imperfecto):
Welke datum / dag/ tijd vertrokken jullie en waarvandaan.
Beschrijf hoe de reis verliep (bezigheden, tegenslag, stewardessen, eten etc.)
Hoe lang duurde de reis?
Wanneer/hoe laat kwamen jullie aan en waar?
Gebruik vocabulaire uit de reader, ook bijvoeglijke nw-en

Tip
Schrijf de alinea eerst in het Nederlands.
Gebruik korte zinnen.
Alleen korte zinnen kan je makkelijk vertalen naar het Spaans.
Doe alsof je het aan een klein kind vertelt.

Slide 16 - Diapositive

Un monumento
Pak je formulier over je land erbij en lees over een monument in het land dat je hebt bezocht. Schrijf deze info in het NL in je schrift
- hoe heet het en wat is het?
- waar bevindt het zich
- geef een beschrijving van het monument (groot, klein, veel versieringen, modern, oud, veel beelden, veel schilderingen etc.)


timer
5:00
Aan welke monumenten kan je denken?
kerken en kathedralen
ruïnes
beroemde gebouwen
begraafplaatsen
etc.

Slide 17 - Diapositive

Un monumento
Schrijf deze tekst nu in het Spaans.
- hoe heet het en wat is het?
- waar bevindt het zich
- geef een beschrijving van het monument (groot, klein, veel versieringen, modern, oud, veel beelden, veel schilderingen etc.)
KLAAR? Schrijf dan de Nederlandse tekst over de natuur van dat land (of natuurverschijnsel)


timer
5:00
Aan welke monumenten kan je denken?
kerken en kathedralen
ruïnes
beroemde gebouwen
begraafplaatsen
etc.

Slide 18 - Diapositive

La preparación para el lunes
Leren alles over imperfecto en indefinido
(gebruik, signaalwoorden, alle onregelmatige vormen)
Leren vocabulaire over natuur ned-spa reader pág.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive