Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
5.1 verbranden
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Je leert:
dat verbranden een chemische reactie is en wat daar voor nodig is.
het verschil tussen een volledige en een onvolledige verbranding.
het verschil tussen warmte en temperatuur.
wat de verbrandingswarmte van een stof is en hoe je daar mee kunt rekenen.
wanneer een verbranding snel en wanneer langzaam gaat.
Slide 2 - Diapositive
Wat is een vlam eigenlijk?
Vlammen zijn brandende gassen. Door warmte, brandstof, en zuurstof ontstaat verbranding. Bij aardgas bijvoorbeeld. Ook benzine!!! De vloeistof brand niet, maar het gas dat ervan af komt. Ook een kaars!!! Is de verdampte kaarsvet die verbrand.
Slide 3 - Diapositive
Soorten vlammen
Onvolledige verbranding (gele vlam door
gloeiende roetdeeltjes)
Er ontstaat roet en koolstofmono-oxide
door te weinig zuurstof.
Volledige verbranding (blauwe en
kleurloze vlam) Geen rook, meer dan genoeg zuurstof.
Er ontstaat koolstofdioxide en water.
Slide 4 - Diapositive
Branddriehoek
Ontbrandingstemperatuur: de temperatuur waarbij een brandstof in brand vliegt.
als je van de 3 brandvoorwaarden er 1 weghaalt doof je de brand.
Slide 5 - Diapositive
Wanneer gaat het het snelst?
Als alle deeltjes van de brandstof tegelijk verbranden, er is dan precies genoeg zuurstof.
Explosie!
Slide 6 - Diapositive
Wanneer gaat verbranding langzaam?
Langzame verbrandingen zijn bv roesten van ijzer
hier is geen vuur voor nodig
maar er is wel zuurstof voor nodig.
Dit noemen we OXIDEREN.
Slide 7 - Diapositive
Hoeveel energie levert een brandstof?
Elke stof heeft een verbrandingswarmte.
Verbrandingswarmte is een soort energie
Is de hoeveelheid warmte-energie die vrijkomt bij het verbranden van 1 gram of 1 van een bepaalde brandstof.
Eenheid van verbrandgingswarmte is Joule per kubieke centimeter ( )
of
Joule per kilogram ( )
Hoe hoger de verbrandingswarmte, hoe meer energie het geeft.