Les 5 Deel B luisteren

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Nederlands

Luisteren

Programma

Terugblik

Les + doel

Theorie

Oefenen

Controle

Zelfstandig werken

Evaluatie

Terugblik

Wat hebben we de vorige x gedaan?

Wat weten we er nog van?

Doel van de les!

Aan het einde van de les weet ik het verschil tussen passief en actief luisteren en ken ik de belangrijkste luisterdoelen.

Aan het einde van de les kan ik (globaal) naar een gesproken tekst luisteren en daarvan de belangrijkste informatie van onthouden.

Aan het einde van de les kan ik intensief naar een gesproken tekst luisteren. Hierbij kan ik aantekeningen maken en de hoofd -en bijzaken uit elkaar houden.

Luisteren kan op twee manieren: passief of actief. 

Als je passief luistert hoor je wel wat de ander tegen je zegt,maar doeje weinig moeite om te begrijpen wat iemand bedoelt. Als je actief luisterthoor je niet alleen wat iemand zegt, maar doe je ook moeite om te begrijpen wat iemand bedoelt.

Hoe je luistert, hangt af van je luisterdoel. De belangrijkste luisterdoelen zijn:

- informatie krijgen;

- een instructie krijgen;

- een mening vormen.

Een tuinprogramma waarin iemand uitlegt hoe je een moestuin aanlegt.

1. Informatie krijgen
2. Een instructie krijgen
3. Actief luisteren
4. Een mening vormen

Een praatprogramma waarin gasten een discussie voeren over de voedselbank

1. Een mening vormen
2. Passief luisteren
3. Informatie krijgen
4. Actief luisteren

Een interview op de radio waarin iemand vertelt over biologische groenten

1. Een instructie krijgen
2. Informatie krijgen
3. Passief luisteren
4. Een mening vormen

Een reclamespotje dat de allerlekkerste nieuwe frisdrank aanprijst

1. Actief luisteren
2. Een mening vormen
3. Een instructie krijgen
4. Informatie krijgen

Leg uit wat het verschil is tussen actief en passief luisteren

Welke drie luisterdoelen zijn er?

Luisterstrategieën

Om je luisterdoel te halen, kun je ervoor kiezen om op een bepaalde manier te luisteren. Je kan dan:

- globaal luisteren;

- intensief luisteren.

Bij globaal luisteren let je op wat de belangrijkste (hoofdzaak) boodschap is. Bij intensief luisteren let je niet alleen op de hoofdzaken, maar ook op de bijzaken (details).

Tijdens het intensief luisteren kun je aantekeningen maken en daarbij steekwoorden opschrijven om beter te onthouden wat je hoort.

Je kunt gerichter luisteren als je van te voren weet welke vragen er na afloop van het luisterfragment worden gesteld. Zorg ervoor dat je de vragen doorleest als deze van tevoren bekend zijn. 

Oefenen 1F

In de volgende dia luister je naar een kort fragment. Je gaat kijken en globaal luisteren. Na het fragment geef je antwoord op de volgende vraag:

Welke bedoeling heeft de maker van dit fragment?

A. De kijker overtuigen van zijn mening.

B. De kijker een instructie geven.

C. De kijker informeren.

studiemeter.uitgeverij-deviant.nl

Oefenen 2F

In de volgende dia luister je naar een kort fragment. Je gaat kijken en intensief luisteren. Hierbij maak je aantekeningen. Na het fragment geef je antwoord op de volgende vragen:

A. Wat is het onderwerp van de tekst?

B. Wat zijn de hoofdzaken in deze tekst?

C. Wat is het doel van dit fragment?

D. Wat voor werk doet Bert volgens het fragment?

E. Geeft Bert in het fragment zijn mening of informatie? Waarom?

studiemeter.uitgeverij-deviant.nl

Zelfstandig werken

Evaluatie

Wat hebben we vandaag gedaan?

Wat hebben we geleerd?

Is het lesdoel behaald?

Wat kunnen we hiermee?